2.4 Het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

De Vlaamse Regering besliste op 7 december 2001 de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit te voeren in twee fasen. In een “eerste fase” stelde de Vlaamse Regering op basis van procedure in het decreet Natuurbehoud een afbakeningsplan voor de 86.500 ha grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in ontwikkeling van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) definitief vast op 18 juli 2003. Parallel werden in deze fase via een reeks gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen ca. 2000 ha bestemmingswijzigingen naar natuurgebied doorgevoerd voor een aantal onderdelen van het VEN.

Op 17 oktober 2003 legde de Vlaamse Regering de werkwijze voor de “tweede fase” van het afbakeningsproces vast. In deze tweede fase werd in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen een geïntegreerde en gebiedsgerichte ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos opgesteld. In de periode 2004-2009 werden daarvoor overlegprocessen gevoerd in 13 buitengebiedregio’s. Voor de buitengebiedregio’s Antwerpse Gordel – Klein-Brabant en Waasland werd het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur opgestart in 2007.

Het resultaat van deze overlegprocessen is een ruimtelijke visie die de krachtlijnen vastlegt voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in een bepaald gebied én een uitvoeringsprogramma waarin een fasering en de beleidsmatige prioriteiten voor de opmaak van concrete afbakeningsplannen wordt vastgelegd.

Conform de beslissing van de Vlaamse regering van 11 september 2009 worden de agrarische gebieden die buiten het zeehavengebied komen te liggen verder bekeken in de planningsprocessen voor de afbakening van het buitengebied 1.

 

Bijgevolg worden op linkeroever noch het 'poldergebied' uit het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Waaslandhaven fase 1 en omgeving’, noch het agrarisch gebied omheen de Grote Geule meegenomen in voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan 'afbakening zeehavengebied Antwerpen'.

Op 7 mei 2010 besliste de Vlaamse regering om het ‘RUP Ettenhovense Polder’ op te nemen op het ‘gebiedsgericht programma 2010’ in het kader van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische structuur.

Bij de opmaak van voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan kwam de Vlaamse regering overeen om de Ettenhovense polder toch bijkomend op te nemen in voorliggend rup omdat:

- de actie Ettenhovense polder is opgenomen in het ‘gebiedsgerichte programma 2010’ van AGNAS en dergelijke acties maximaal dienen te worden gekoppeld aan lopende initiatieven;

- de (her)bestemming van de Ettenhovense polder gekoppeld is aan het zeehavenproces door zijn ligging in de Speciale Beschermingszone (SBZ) ‘Schorren en polders van de Beneden-Schelde’.

 

 

 

2.4.1 Het afbakeningsproces in de regio’s Antwerpse Gordel – Klein-Brabant en Waasland

 

 

Op 3 maart 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van de visie voor de buitengebiedregio Waasland en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 29.000 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed.

Op 27 maart 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van de visie voor de buitengebiedregio Antwerpse Gordel Klein-Brabant en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 9.600 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Naar aanleiding van deze beslissing nam de Vlaamse regering kennis van de voortoets 2 die uitgevoerd werd naar aanleiding vanhet voorstel van beleidsmatige bevestiging van het agrarisch gebied van de Ettenhovense Polder. Tevens besliste de Vlaamse regering:

1. naar aanleiding van een beslissing over het principieel programma van de afbakening van de haven van Antwerpen een uitspraak te doen over al dan niet herbevestiging van Ettenhovense Polder in vogelrichtlijngebied.

2. haar goedkeuring te hechten aan het principe dat er binnen herbevestigd gebied volledige beleidsmarge blijft voor het realiseren van Nx en 2de spoorontsluiting en de noodzakelijke natuurcompensaties als gevolg van het doorsnijden van de speciale beschermingszones (actiegebied ‘Stabroekse Polder – Ettenhovense Polder’ en ‘Bossen van Ranst + Bossenstein’).