3.2 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Antwerpse Gordel – Klein-Brabant

 

3.2.1 Proces van visievorming

Voor de buitengebiedregio Antwerpse Gordel – KleinBrabant werd het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur opgestart in 2007. In een verkenningsfase werd via een consultatie van de betrokken gemeenten, provincies en voornaamste belangengroepen gepeild naar inzichten op de gewenste natuurlijke en agrarische structuur. Samen met de inzichten vanuit de Vlaamse administratie en binnen het kader van de richtinggevende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd op basis hiervan een eerste aanzet tot gewenste ruimtelijke structuur uitgewerkt in een verkenningsnota (oktober 2007). Deze verkenningsnota werd voor formeel advies voorgelegd aan de betrokken gemeenten, provincies en belangengroepen. In het voorjaar van 2008 werden een reeks overlegsessies georganiseerd waarbij de actoren hun adviezen konden toelichten en gepeild werd naar de marges waarbinnen concepten bijgestuurd zouden kunnen worden. Na deze overlegronde werd een eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur en een uitvoeringsprogramma opgemaakt en voor advies voorgelegd aan de betrokken actoren (september 2008).

Op 27 maart 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van de visie voor de buitengebiedregio Antwerpse Gordel KleinBrabant en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 9.600 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed.

 

3.2.2 Positionering van Ettenhovense Polder ten opzichte van de ruimtelijke elementen van de bestaande structuur regio Antwerpse Gordel – KleinBrabant

 

 

3.2.2.1 Fysisch systeem

Een polder is een oppervlakte van het land dat gelegen is langsheen een getijderivier of een zee. Het maaiveldpeil ligt lager dan het waterpeil dat in de zee of in de rivier bestendig of bij tussenpozen voorkomt. Dit land is dan ook slechts bewoonbaar en bruikbaar, wanneer het door kunstmatige waterkeringen beschermd wordt tegen het intreden van buitenwater, en er bijzondere zorg aan de lozing van het binnenwater wordt besteed. Een polder is dus een antropogeen landschapstype.

De polderrestanten van de rechteroeverpolders bestaan grotendeels uit natte tot plaatselijk zeer natte zware kleigronden met naar het oosten toe een smalle strook natte kleigronden en (vervolgens) matig natte tot natte lichtzandleemgronden. Meestal begint het zandsubstraat op geringe diepte.

 

3.2.2.1 Fysisch systeem

Een polder is een oppervlakte van het land dat gelegen is langsheen een getijderivier of een zee. Het maaiveldpeil ligt lager dan het waterpeil dat in de zee of in de rivier bestendig of bij tussenpozen voorkomt. Dit land is dan ook slechts bewoonbaar en bruikbaar, wanneer het door kunstmatige waterkeringen beschermd wordt tegen het intreden van buitenwater, en er bijzondere zorg aan de lozing van het binnenwater wordt besteed. Een polder is dus een antropogeen landschapstype.

De polderrestanten van de rechteroeverpolders bestaan grotendeels uit natte tot plaatselijk zeer natte zware kleigronden met naar het oosten toe een smalle strook natte kleigronden en (vervolgens) matig natte tot natte lichtzandleemgronden. Meestal begint het zandsubstraat op geringe diepte.

 

3.2.2.2 Landschap en erfgoedelementen

Het poldergebied Stabroek – Hoevenen behoort tot de open ruimte verbindingen rond Antwerpen. Het is gelegen nabij de Zeehaven van Antwerpen die als een nieuw landschap beschouwd wordt. Het Poldergebied van Stabroek met de overgang naar de Kempen wordt als een ankerplaats aangeduid in de landschapsatlas. Deze ankerplaats betreft een traditioneel polderlandschap, arm aan kleine landschapselementen, maar rijk aan weidse zichten. Een opvallend element of baken in het landschap is de ’s Hertogendijk. Zeer typerend voor de ligging van deze ‘overgangspolders’ is dat men over een relatief korte afstand de overgang van polders naar Kempen kan ervaren. Deze overgang komt duidelijk tot uiting in de perceelsstructuur: in het eigenlijke poldergebied zijn de percelen blokvormig, terwijl op de overgang naar de Kempen (gedeelte op gemeente Kapellen) de percelering eerder langwerpig is. In het noordoosten aansluitend op de Antitankgracht met de Schans van Smoutakker, is dit poldergebied in en om Stabroek deel van een cluster van waardevolle landschappen in het noordwesten van de provincie Antwerpen.

De Antitankgracht is een opvallend lineair landschapselement dat zich van noordwest richting zuidoost doorheen de Antwerpse Scheldepolders en Kempen slingert. Over een deel van haar traject vormt de Antitankgracht een dominerend element in het landschap, maar op andere plaatsen gaat ze dan weer helemaal op in de omgeving.

Ondertussen is de Ettenhovense polder te Stabroek definitief aangeduid als ankerplaats.

 

3.2.2.3 Natuurlijke structuur

 

De Schelde met bijhorende alluvia vormt het belangrijkste structurerend element binnen deze buitengebiedregio. De aanwezige natuurwaarden zijn voornamelijk gekoppeld aan de van nature eutrofe dynamiek: het waterlichaam en de aanliggende slikken en schorren. De ecologische relatie tussen de Schelde en naastliggende polders is grotendeels doorbroken maar op de niet opgespoten poldergronden hebben zich plaatselijk vrij hoge natuurwaarden ontwikkeld.

De polders van Ettenhove, Stabroek en Muisbroek worden in het westen begrensd worden door de Havenweg. Ze bestaan uit een mozaïek van grootschalige weilanden en akkers. Dit open gebied is een pleisterplaats voor kievit, grutto en wulp, en dient soms tot winterverblijfplaats voor grauwe gans en rietgans. Het belang voor de weidevogels is gebonden aan periodiek hoge grondwaterstanden in winter en voorjaar. Omwille van hun avifaunistisch belang zijn deze gebieden aangeduid als Vogelrichtlijngebied.

 

3.2.2.4 Agrarische structuur

 

3.2.2.5 Structuurbepalende elementen van overig ruimtegebruik

De bebouwing in dit gebied situeert zich voornamelijk in de kleine en lage kerndorpen, maar komt ook als sterk verspreide alleenstaande bebouwing voor. De begroeide dijken, de A12 en de industriële constructies van de haven zijn ruimtebegrenzend. De A12, van Ekeren naar Bergen-OpZoom, die werd geselecteerd als hoofdweg, loopt van noord naar zuid ten westen van het gebied.

 

3.2.3 Positionering van het deelplan in de ruimtelijke visie voor landbouw natuur en bos in de buitengebiedregio Antwperse Gordel – KleinBrabant

 

De belangrijkste principes zijn het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies landbouw, natuur en bos met het fysisch systeem als structuurbepalende drager. Het voorstel van gewenste ruimtelijke structuur voor de regio Antwerpse Gordel – KleinBrabant werkt deze algemene doelstelling als volgt verder uit.

De gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimte Haven en Polder is opgebouwd uit een aantal ruimtelijke concepten. Deze ruimtelijke concepten vormen de legende eenheden bij de bijbehorende structuurschetsen. De nummering van gebieden per ruimtelijk concept verwijst naar de nummers op de structuurschetsen. Alleen de ruimtelijke concepten relevant voor dit ruimtelijk uitvoeringsplan zijn hier weergegeven.

 

  1. Behoud, versterking en aanleg van zeer waardevolle natuurcomplexen

 

 [image]

 

  • -Deze ecologisch waardevolle tot zeer waardevolle en voor de natuurlijke structuur belangrijke natuurcomplexen, worden behouden en verder uitgebouwd.

  • -Gezien de nabijheid van de haven en grotere infrastructuurwerken is een terugkeer naar de natuurlijke situatie niet haalbaar. Een voor de natuurwaarden zo gunstig mogelijke fysische toestand wordt nagestreefd. Een veelheid aan gradiënten wordt nagestreefd waarbij veelal de nadruk zal liggen op de natte natuur.

  • -Binnen de afbakening van de haven worden deze gebieden aangeduid als permanente ecologische infrastructuur. Buiten de haven maken ze deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN).

  • -In het kader van het strategisch plan van de haven worden hierover uitspraken gedaan voor de afritlus van A21 naar R2.

 

Gebieden:

    1. Afritlus A12 naar R2 (zwartkopmeeuwbroedplaats)

 

  1. Ruimtelijk functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land-en tuinbouw met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte

 

 [image]

 

  • Het goed gestructureerd agrarisch gebied wordt maximaal gevrijwaard voor de beroepslandbouw.

  • De sterk grondgebonden landbouw vormt een garantie voor het open houden van het agrarische cultuurlandschap. De grondgebonden landbouw functioneert hier als belangrijke ruimtelijke drager van het gebied. De nietgrondgebonden landbouw is in evenwicht met de ruimtelijke draagkracht.

  • Het ruimtelijk beleid is gericht op het garanderen van ontwikkelingsmogelijkheden en rechtszekerheid voor de grondgebonden landbouw, waarbij het open landschap behouden en versterkt wordt.

  • Het aaneengesloten, open en grootschalige karakter van het poldergebied, zijn aanduiding als Vogelrichtlijngebied, de natte gronden en het bestaande bouwvrije karakter worden als basis gebruikt voor het aanduiden van bouwvrije agrarische zones. Nieuwe agrarische bebouwing sluit maximaal aan bij de bestaande bebouwing.Binnen het landbouwgebied wordt een landschapsecologische basiskwaliteit gegarandeerd. Vrijwillige stimulerende maatregelen kunnen hiervoor aangewend worden.

  • De Ettenhovense polder (deel van 2.2.) is aangeduid als Vogelrichtlijngebied en wordt in functie daarvan en de doelmatigheid van de maatregelen voor weidevogelgebieden aangeduid als bouwvrij agrarische gebied..

 

Gebieden:

2.1. Landbouwgebied OudNoordlandpolder

2.2. Landbouwgebied tussen Berendrecht en Ekeren

2.3. Landbouwgebied Leugenberg

 

  1. Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden

 

 [image]

 

  • Het ruimtelijk beleid ondersteunt het behoud en herstel van de gave landschappen en hun kenmerken en waarden in hun onderlinge samenhang.

    • -De grote variatie in bodemstructuur, de rijkdom aan historische relicten in het poldergebied rond Stabroek en de historische landbouwpercelering op de overgang van de Scheldepolders naar de Kempen.

 

Gebieden:

5.3. Poldergebied van Stabroek met overgang naar de Kempen

13. Ruimtelijk begrensde stedelijke gebieden en Zeehaven

 [image]

 

  • De stedelijke gebieden worden afgebakend en begrenzen de stedelijke ontwikkelingen.

  • De afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen is een planningstaak van Vlaams niveau. Het planningsproces hiervoor is lopend. Er zijn grote, al dan niet ingesloten, open en groene ruimten binnen het voorontwerp van perimeter van het grootstedelijk gebied Antwerpen gesitueerd. Deze open en groene ruimten behoren tot de agrarische en natuurlijke structuur van Vlaams niveau. Binnen het proces van het grootstedelijk gebied werd niet over al deze gebieden een uitspraak gedaan. Waar er gebiedsgericht overlapping is, worden de visies op elkaar afgestemd.

  • De afbakening van de Zeehaven, een poort van Vlaams niveau, is een planningstaak van Vlaams niveau. De ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos volgt de ruimtelijke visie die wordt opgebouwd binnen het strategisch plan en eraan gekoppelde planMER en is dus onderhevig aan wijzigingen die beslist worden in het kader daarvan.

Gebieden:

13.1. Zeehaven Antwerpen

 [image]

 

 

 

 

3.2.4 Operationeel uitvoeringsprogramma

De acties uit het operationeel uitvoeringsprogramma relevant voor dit gewestelijk RUP zijn. Gebieden waarvoor geen acties op korte termijn opgestart worden

 

 

Nr

Naam

Kaart

Relevante ruimtelijke concepten

Actie

6

Stabroekse Polder – Ettenhovense Polder

2

2.2, 5.3

Opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor:

Het hernemen van de agrarische bestemming voor het landbouwgebied gelegen in SBZ-V, tussen Berendrecht en Ekeren (2.2) nadat een beslissing is genomen omtrent het Strategisch Plan van de Haven.

Opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de differentiatie van de polder als bouwvrij agrarisch gebied.

Marge voor de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor actie in het kader van de NX (inclusief compensaties).

Acties inzake integraal waterbeleid in functie van de ontwatering van de polder, zo nodig via een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

 

Tussentijdse herbevestiging agrarische gebieden

 

Nr

Naam

Kaart

Relevante ruimtelijke concepten

Actie

4

Landbouwgebied tussen Berendrecht, Ertbrand en Ekeren

2, 3

2.2, 2.3, 5.3, 9.1; 20.1

Bevestigen van de bestemming op het gewestplan voor de aaneengesloten landbouwgebieden ten zuiden van het boscomplex Ruige Heide – Ravenhof – Elzenbos en ter hoogte van Ertbrand, Stabroek en Hoevenen

Opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de differentiatie van de polder als bouwvrij agrarisch gebied.

Marge voor opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor acties in het kader van de Nx (inclusief compensaties).

Marge voor acties inzake integraal waterbeleid in functie van de ontwatering van de polder, zo nodig via een ruimtelijk uitvoeringsplan.