4.9 Sectorwetgeving over bevaarbare en onbevaarbare waterlopen

De wettelijke onderhouds- en erfdienstbaarheidsstrook langs beide zijden van de waterlopen dient gevrijwaard te worden van beperkingen inzake de uitvoering van de gewone onderhouds- en verbeteringswerken. De voorwaarden hiervoor zijn geregeld via sectorwetgeving.

Zo is de diepte van de zone die moet gevrijwaard worden voor het uitvoeren van onderhoudswerken aan de kanaaloever, de reservatiezone genoemd, langs de Schelde-Rijnverbinding vastgelegd op:

- een zone van 20m vanuit de bestaande oever indien in uitgraving;

- een zone van 3m uit de teengracht indien in ophoging.

Voor het Albertkanaal wordt de diepte van de reservatiezone vastgelegd op:

- een zone van 20m vanuit de bestaande oever indien in uitgraving;

- een zone van 3m uit de teengracht indien in ophoging;

- uitzonderingen: nog uit te voeren verbredingswerken, werkzones rond kunstwerken.

Binnen het plangebied van voorliggend rup wordt de sectorwetgeving niet opgeheven door het rup. Bijgevolg zijn deze voorwaarden langs waterlopen van toepassing.

In het voorschrift artikel R12. Buffer – ten westen van Berendrecht en Zandvliet zijn bijkomende aspecten met betrekking tot de noodzakelijke onderhoudswerken langs de Schelde-Rijnverbinding opgenomen. De Schelde-Rijnverbinding en het Albertkanaal grenzen verder aan het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. In dit gebied zijn de onderhoudswerken langs de waterlopen toegelaten en is het bijgevolg niet nodig bijkomende bepalingen op te nemen.