3 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

 

3.1 Het richtinggevend gedeelte

 

Hoofdspoorwegen

De te herwaarderen en te verlengen Ijzeren Rijn (Duinkerken-Antwerpen-Neerpelt-Ruhrgebied) en de goederenspoorlijn Antwerpen-Lier-Hasselt-Montzen worden in het RSV geselecteerd als hoofdspoorwegen voor goederen. Het hoofdspoorwegennet verzorgt de spoorwegverbindingen op internationaal en Vlaams niveau. Het regionale net functioneert als toevoernet (verzamelnet) naar het hoofdspoorwegnet via de hoofdstations.

Het hoofdspoorwegennet is het spoorwegennet voor personen en goederen dat naast de (inter)nationale verbindende functie, de groot- en regionaalstedelijke gebieden verbindt en de poorten ontsluit. Het is het spoorwegennet dat bij prioriteit verbeterd wordt en dat wordt uitgebreid om de vooropgestelde ruimtelijke en mobiliteitsdoelstellingen te halen.

Er wordt in het RSV voorgesteld om een beperkt aantal nieuwe spoorinfrastructuren te realiseren. Deze nieuwe spoorinfrastructuur wordt in minstens één van de provinciale multimodale verkeers- en vervoermodellen geanalyseerd en geëvalueerd. Voor de weerhouden infrastructuren worden in ruimtelijke uitvoeringsplannen terreinreserveringen vastgelegd. Deze verbindingen maken dan ook in de toekomst onderdeel uit van het hoofdspoorwegennet.

Voor het goederenvervoer zijn dat ondermeer :

    • de realisatie van de tweede spoortoegang naar de zeehaven van Antwerpen;

    • een capaciteitsverhoging tussen de zeehaven van Antwerpen en de omgeving van Lier.

Stedelijke gebieden

Antwerpen werd in het RSV geselecteerd als grootstedelijke gebied. Het stedelijk gebied is een beleidsmatig begrip. In deze gebieden wordt een stedelijk-gebiedbeleid gevoerd waar ontwikkeling, concentratie en verdichting uitgangspunten zijn, maar steeds met respect voor de draagkracht van het stedelijk gebied. Dit betekent een beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen in een kwalitatieve woonomgeving, het kwantitatief en kwalitatief voorzien van ruimte voor economische activiteiten, het versterken van het stedelijk functioneren (diensten, gemeenschapvoorzieningen, stedelijke voorzieningen,...) en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Dit “aanbodbeleid” in het stedelijk gebied is essentieel om verdere uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van allerhande activiteiten in het buitengebied te vermijden. Complementair hieraan wordt een buitengebiedbeleid vooropgesteld waar ten aanzien van bijkomende ruimte voor woningbouw en ruimte voor economische activiteiten een meer terughoudend beleid wordt gevoerd, en waar de aandacht gaat naar het blijvend functioneren van het wonen en werken in de kernen, de landbouw en de natuur.

Poorten

De Antwerpse zeehaven wordt in het RSV geselecteerd als poort. Deze poorten zijn van uitzonderlijk belang voor de economische structuur van Vlaanderen. Ze worden afgebakend op Vlaams niveau. De afbakening laat toe om de groei op te vangen binnen de grenzen van dit concentratiegebied van economische activiteit. Bij selectie en afbakening wordt rekening gehouden met de ligging, de ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur en de aard van de economische activiteiten. De ontwikkeling van de haven van Antwerpen wordt op die manier gegarandeerd weliswaar binnen de totaliteit van de in het gewestplan vastgelegde bedrijventerreinen.

 

 

 
3.2 De bindende bepalingen

 

3.2 De bindende bepalingen

 

 

Spoorweginfrastructuur

Het Vlaams Gewest selecteert de bestaande spoorwegvakken die als hoofdspoorweg in aanmerking komen. Het Vlaams Gewest duidt deze spoorwegvakken in de gewestplannen of in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen aan. Voor de nieuw aan te leggen spoorwegvakken worden door het Vlaams Gewest in de gewestplannen of in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen terreinen gereserveerd.

Tot de hoofdspoorwegen voor het goederenvervoer behoort de internationale verbinding Antwerpen-Lier-Hasselt-Montzen.

 

3.3 Planningsprocessen in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

 

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

De Vlaamse regering heeft op 19 juni 2009 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk Gebied Antwerpen definitief vastgesteld. Met dit plan stelt de Vlaamse Regering twee zaken voor:

    1. een afbakeningslijn die aangeeft waar de stedelijke ontwikkeling van het Antwerpse in de toekomst kan gebeuren.

    2. aanpassingen aan de stedenbouwkundige voorschriften op verschillende locaties om nieuwe ruimte te creëren voor wonen, werken, verkeersinfrastructuur, stadsbossen en stedelijk groen.

Het plangebied Oude Landen is gelegen binnen de afbakeningslijn van het grootstedelijk gebied Antwerpen. Er worden voor het gebied geen herbestemmingen voorgesteld vanuit de afbakening van het grootstedelijk gebied.

Afbakening haven van Antwerpen

In het kader van het Strategisch Plan voor de haven van Antwerpen wordt gestreefd naar een nieuwe afbakening van het havengebied. Dit plan heeft de status van een beleidsplan dat ontstaan is op initiatief vanuit de overheid.

Het plan-MER voor de afbakening van de haven van Antwerpen in haar omgeving werd goedgekeurd op 4 maart 2009. In alle planvarianten die onderzocht werden in dit plan-MER wordt rekening gehouden met de aanleg van het ongelijkvloers vertakkingscomplex op de goederenlijn L27A.

Op 11 september 2009 heeft de Vlaamse Regering kennis genomen van de resultaten van het ruimtelijk veiligheidsrapport, het plan-MER, het goedkeuringsverslag en de watertoetsen over het Strategisch Plan voor de haven van Antwerpen en op basis hiervan gekozen voor het in het in plan-MER omschreven maatschappelijk meest haalbaar alternatief (MMHA), en de daaraan verbonden milderende en natuurcompenserende maatregelen, als na te streven gewenste ontwikkeling van de haven van Antwerpen. Ze heeft de bevoegde ministers gelast met de verdere uitwerking van dit alternatief, zoals de opmaak van een GRUP, met bijhorend onteigeningsplan, teneinde de haven van Antwerpen af te bakenen overeenkomstig het MMHA.

Afbakeningsproces voor landbouw, natuur en bos in de regio Antwerpse gordel en Klein-Brabant

In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) stelt de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos voor de regio Antwerpse Gordel - Klein Brabant. Deze visie zal de basis vormen voor het opmaken van concrete afbakeningsplannen voor landbouw-, natuur- en bosgebieden.

Op 27 maart 2009 nam de Vlaamse regering kennis van de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor de regio Antwerpse Gordel – Klein Brabant en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 9.700 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed.

Het plangebied Oude Landen behoort tot de deelruimte “Haven en Polder”. Voor het parkgebied Oude Landen luidt de visie: “Behoud en versterking van gevarieerde valleilandschappen met ruimte voor waterberging”. Dit impliceert :

    • De natuurlijke waterbergingsfunctie van de valleigebieden wordt bewaard en waar nodig hersteld en verder uitgebouwd. Dit is vooral van belang in functie van de bescherming van de stroomafwaarts gelegen gebieden.

    • Hier wordt ruimte gelaten voor de uitbouw van een sporenbundel.

    • De structuurkenmerken van de waterlopen worden waar nodig verbeterd door meer ruimte (hermeandering, natuurlijke oevers, …) te voorzien voor de waterloop.

    • Indien compatibel met de waterberging en de ontwikkeling van de sporenbundel is het ruimtelijk beleid gericht op het behoud van de grondgebonden landbouwfunctie, maar vrijwaart voldoende ruimte voor een duurzame instandhouding en verbetering van de kwaliteit van de valleigebonden natuurwaarden en van de kleine landschapselementen.

    • De hoofdfunctie van deze gebieden is landbouw, natuur, bos en/of waterberging. (Delen van) deze gebieden kunnen gedifferentieerd worden als natuurverwevingsgebied.