5.4.2 Zone voor maatschappelijke functies (Ma)

 

 

VOORSTEL VOORSCHRIFTEN

Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.

 

In hoofdfunctie: openbare dienstverlening op het gebied van onderwijs en educatie.

 

In nevenfunctie:

• openbare dienstverlening op het gebied van kinderopvang, studentenhuisvesting, huisvesting van onderwijzend personeel en welzijn.

• spin-off bedrijvigheid, uitsluitend gerelateerd aan de onderzoeksactiviteit die op de campus waarvan het plangebied deel uitmaakt plaatsvindt.

De nevenfunctie mag 30% van de totale gebouwde vloeroppervlakte innemen en wordt zowel op het gelijkvloers als de andere verdiepingen toegestaan.

 

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten. Geluidsgenererende activiteiten zijn niet toegelaten, behalve in functie van onderwijsgerelateerd onderzoek. Er dienen de nodige maatregelen in de gebouwconstructie getroffen te worden om de impact ervan op de omgeving te minimaliseren.

 

TOELICHTING

 

De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden toegelaten ongeacht het publiek- of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk.

 

 

 

 

Bebouwing is toegelaten binnen de volledige bestemmingszone. De maximale bebouwde oppervlakte bedraagt 15% van de bestemmingszone. Ten opzichte van de grenzen met een andere bestemmingszone dan gemeenschapsvoorzieningen dient een minimale afstand gelijk aan de hoogte van de nieuwbouw gerespecteerd te worden.

 

De bouwhoogte bedraagt maximaal 9 bouwlagen onder de kroonlijsthoogte, met een maximale kroonlijsthoogte van 37m. Hierin zijn begrepen zowel volwaardige bouwlagen als een halfverdiept gelijkvloers. Bijkomende terugspringende technische verdiepingen zijn toegelaten. De terugsprong bedraagt minimaal de hoogte van de technische verdieping. De dakvorm is vrij.

 

Het materiaalgebruik van alle gevels (voor-, zij- en achtergevels) moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. Een overmatige verscheidenheid van materialen en kleuren en het gebruik van camouflerende, nabootsende en in het oog springende gevelmaterialen, -bekledingen,

-schrijnwerken, -beglazingen en

-schilderingen zijn niet toegelaten.

 

De ruimte binnen de bestemmingszone waar geen bebouwing wordt voorzien, dient te worden gebruikt en ingericht als publiek domein. Minimum 40% van de bestemmingszone dient een groene inrichting te krijgen. Er mogen levende hagen worden aangebracht. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de nodige aansluitingen naar bestaande paden en de omgeving. Draadafsluitingen en gesloten muurconstructies zijn niet toegelaten.

Binnen de bouwzone wordt een campustypologie beoogt. Dit betekent een minimale footprint van de bebouwing en een maximale integratie ervan in een groen kader.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er wordt een maximale integratie met het open parklandschap beoogd. Dit betekent een beperking van het aandeel verharding en geen of minimale afsluitingen tussen de open ruimte binnen het plangebied en de aangrenzende groenzone of publiek domein.

 

 

 

Het is toegelaten in de onbebouwde ruimte open overdekte fietsenstallingen te voorzien. Verhardingen mogen ingericht worden in functie van de toegankelijkheid van het gebouw en de site, maar niet ten behoeve van parkeren van auto’s. De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen.

 

De bestaande parking kan bij de bestaande bebouwing behouden blijven. Bij nieuwbouw dient de parkeergelegenheid geherorganiseerd te worden en te voldoen aan de gemeentelijke verordeningen of de bouwcode.

Het gebruik van alternatieve vervoersmodi wordt zoveel mogelijk gestimuleerd.