Atelier
Werkruimte waar als hoofdactiviteit creatieve processen worden verricht (mode, cultuur, design, media, beeldende kunsten,…).
Autostalplaats en autoparkeerplaats
-
Autostalplaats: plaats bestemd om een auto van een bewoner of werknemer te stallen. Gericht op langere duur.
-
Autoparkeerplaats: plaats bestemd om een auto van een bezoeker te parkeren. Gericht op kortere duur.
-
Carport: Autobergplaats met dak en minimum één open, niet-afgesloten zijde.
Beeldkwaliteit
De kwaliteit van de verschijningsvorm van een gebouw, een object of een omgeving of het samenstel daarvan. Het gaat in hoofdzaak om het uitzicht en de onderlinge samenhang tussen de bebouwde en onbebouwde ruimtelijke elementen. Het uitzicht en de samenhang worden enerzijds bepaald door de vormelijke kwaliteiten van de bebouwing (volumes, schaal, fijnkorreligheid, ritme, kleur) en van de onbebouwde ruimte (stratentracé, pleinen, enz.) en anderzijds door ervarings- en waarnemingsaspecten (de kwaliteit van zichten, geluiden of stilte, gevoel voor veiligheid, herkenbaarheid, herbergzaamheid, enz.).
Beheer
Beheer houdt in dat voorschriften worden opgemaakt die gericht zijn op het behoud van de ruimtelijke voorwaarden die gecreëerd zijn door bestemming en inrichting. Beheren kan ook omschreven worden als zijnde gericht op het behoud van de optimale ruimtelijke voorwaarden voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten en het vrijwaren van de ruimtelijke karakteristieke elementen en eigenschappen van het gebied.
Bestemming
De bestemming duidt de functie aan die door het plan juridisch wordt vastgelegd. Een bestemming duidt één of meer gebruiksfuncties aan voor een bepaald gebied.
Bouwblok
Een overwegend bebouwde ruimte die bestaat als een verzameling van aan elkaar grenzende percelen, omringd door straten en/of natuurlijke grenzen.
Bouwdiepte
Afstand vanaf de bouwlijn waar over de gehele diepte gebouwd mag worden, inclusief afdaken en uitbouwen, exclusief gelijkvloerse terrassen.
Bouwhoogte
Hoogte gemeten vanaf het straatniveau tot aan het hoogste punt van het gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals technische ruimten, schoorstenen, antennes, liftkokers … De bouwhoogte kan verschillen van de kroonlijsthoogte.
Bruto-vloeroppervlakte
De bruto-vloeroppervlakte van een gebouw is de som van de bruto-vloeroppervlakten van alle vloerniveaus.
Vloerniveaus zijn bij voorbeeld verdiepingen, geheel of gedeeltelijk in de grond, verdiepingen boven de grond, verdiepingen voor installaties, dakverdiepingen, dakterrassen, zolders.
De bruto-vloeroppervlakte van ieder vloerniveau volgt uit de buitenomtrek van de aan het gebouw begrenzende bouwdelen op vloerhoogte.
Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzingen bepalend.
De oppervlakte van trappen, liften en installatieschachten dienen op elk vloerniveau tot de bruto-vloeroppervlakte te worden gerekend.
Niet tot de bruto-vloeroppervlakte moeten worden gerekend de oppervlakten van:
-
hier en daar uitstekende delen van de buitenwand kleiner dan 0,5 m²;
-
hier en daar aan de buitenzijde van het gebouw voorkomende nissen, groter dan 0,5 m²;
-
hier en daar uitwendige vrijstaande kolommen kleiner dan 0,5 m²;
-
schalmgaten en vides groter dan 4 m²;
-
holle ruimten of kruipruimten tussen het maaiveld en de onderzijde van het gebouw;
-
kruipkelders, tenzij deze volledig geconstrueerd zijn en deel uitmaken van het gebouw met een hoogte van ten minste 1,5 m;
-
daken en dakterrassen;
-
terrassen;
-
open brand- of vluchttrappen aan de buitenzijde van het gebouw.
-
ondergrondse parkeergarages
-
halfondergrondse parkeergarages
Buitenruimte
Toegankelijke ruimte in open lucht. Zowel de onbebouwde ruimte van het perceel op het gelijkvloers als de terrassen op de verdiepingen.
Café
Handelszaak waar hoofdzakelijk drank wordt verkocht om ter plaatse te worden genuttigd.
Constructie
Gebouw, bouwwerk, vaste inrichting, verharding, publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds.
Detailhandel
Het leveren van fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument. De detailhandel is de laatste schakel van de distributieketen die loopt van fabrikant tot consument. Ook het opslaan daarvan op de plaats van verkoop of op de plaats van levering behoort tot detailhandel.
Diensten
Als diensten worden beschouwd de dienstverrichtingen welke gewoonlijk tegen vergoeding geschieden. De diensten omvatten met name werkzaamheden:
-
van commerciële aard;
-
van de vrije beroepen;
-
van het ambacht.
Functie
Het feitelijk gebruik [de werking] van een onroerend goed of een gedeelte daarvan.
Garage
Bergplaats voor de auto die regen- en winddicht is.
Gebouw
Elke constructie, die een voor mensen toegankelijke ruimte vormt, omsloten door buiten- en/of scheimuren, een fundering en een dak.
-
Meergezinsgebouw: Gebouw waarin minimum twee woningen zijn ondergebracht.
-
Eengezinswoning of huis: Gebouw bestaande uit één zelfstandige woning, waarbij de woning samenvalt met het volledige gebouw.
-
Gemengd gebouw: Gebouw waarin meerdere functies ondergebracht zijn.
-
Kamer: Woning waarin één of meerdere voorzieningen ontbreken, zoals een wc., bad/douche of kookgelegenheid. De bewoners zijn voor deze voorzieningen afhankelijk van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.
-
Zelfstandige woongelegenheid: Studio’s, appartementen, serviceflats en huizen waar studenten verblijven. Voldoet de woning niet aan de definitie van kamer, dan wordt zij als zelfstandig beschouwd.
-
Gebouw opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed: gebouwen die opgenomen zijn in een van de volgende twee lijsten: de vier boeken “inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen 3NA, 3NB, 3NC en 3ND” en de digitale inventaris van het bouwkundig erfgoed van het agentschap Onroerend Erfgoed. (in toepassing van artikel 12/1 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming monumenten en stads- en dorpsgezichten respectievelijk artikel 4.1.1. van het onroerend erfgoeddecreet van 12 juli 2013 na inwerkingtreding van dit decreet)
Gelijkvloers
Onderste bouwlaag van een gebouw, gelegen boven de pas van het maaiveld.
Gesloten horecaconstructie
Een aanbouw aan de (voor)gevel van een horecazaak met drie wanden, een toegangsdeur en een dak of luifel.
Gevel
Buitenmuur van een gebouw.
Groen
Onverhard, waterdoorlatend, onbebouwd en begroeid oppervlakte
Groenaanleg
Onverhard, onbebouwd en met vegetatie begroeide oppervlakte.
Grootschalig kantoorgebouw
Kantoorgebouw waarvan de bruto-vloeroppervlakte groter of gelijk is aan 1500 m².
Horeca
Verzamelnaam voor cafés, restaurants, en hotels.
Hotel
Toeristische logies die over ten minste vier kamers en/of accommodaties voor ten minste tien personen beschikt en een hotelvergunning bezit.
Kantoor
Bedrijf waar als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening wordt uitgevoerd met een hoofdzakelijk beheers- en administratief karakter en een hoge personeelsdensiteit.
Kantoorgebouw
Gebouw dat hoofdzakelijk gebruikt wordt als kantoor.
Nieuwbouw
Als nieuwbouw worden beschouwd ofwel een volledig nieuw op te richten gebouw, ofwel een gebouw waaraan een verbouwing is uitgevoerd waarbij meer dan 60% van de buitenmuren zijn gesloopt. Ook een uitbreiding die groter is dan de helft van de bestaande oppervlakte wordt beschouwd als nieuwbouw.
Openbaar domein
Elk goed dat aan een openbare rechtspersoon toebehoort en (hetzij omwille van zijn aard, d.i. het natuurlijk openbaar domein, hetzij wegens een bijzondere aanpassing, hetzij wegens het historisch of wetenschappelijk belang ervan) nodig is voor een openbare dienst of voor de tegemoetkoming aan een openbare noodwendigheid en dat in die functie door geen enkel ander kan vervangen worden.
Parkeerplaats
Plaats waar geparkeerd mag worden.
Parkeren
Het langer stilstaan van een voertuig dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden en lossen van goederen.
Perceel
Afgedeeld stuk grond, al dan niet bebouwd, waaraan een kadastraal nummer is toegekend. Elk perceel is vervolgens identificeerbaar door zijn kadastraal nummer.
Publiek domein
Ruimte, die voor iedereen toegankelijk is.
Publieke ruimte
De openbare en niet-openbare gebouwen die voor het publiek toegankelijk zijn, met inbegrip van de praktijken voor vrije beroepen, de openbare en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, alsook elk ander domein, infrastructuur, gebouw of plaats die voor het publiek toegankelijk is.
Reca
Horeca met uitsluiting van hotelfuncties, kleinschalige verblijfsaccommodatie en overlastcreërende imagoverlagende handelszaken.
Restaurant
Handelszaak waar hoofdzakelijk maaltijden worden verkocht om ter plaatse te worden genuttigd.
Technische ruimte
Ruimte die enkel voor technische installaties wordt gebruikt.
Vloeroppervlakte
-
Bruto-vloeroppervlakte (BVO): De bruto-vloeroppervlakte van een gebouw is de som van de bruto-vloeroppervlakten van alle vloerniveaus. Vloerniveaus zijn bij voorbeeld verdiepingen, geheel of gedeeltelijk in de grond, verdiepingen boven de grond, verdiepingen voor installaties, dakverdiepingen, zolders. De bruto-vloeroppervlakte van ieder vloerniveau volgt uit de buitenomtrek van aan het gebouw begrenzende bouwdelen op vloerhoogte. Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzingen bepalend. De oppervlakte van trappen, liften en installatieschachten dienen op elk vloerniveau tot de bruto-vloeroppervlakte te worden gerekend. Niet tot de bruto-vloeroppervlakte moeten worden gerekend de oppervlakten van:
-
uitstekende delen van de buitenwand kleiner dan 0,50 vierkante meter;
-
nissen aan de buitenzijde van het gebouw groter dan 0,50 vierkante meter;
-
uitwendige vrijstaande kolommen kleiner dan 0,50 vierkante meter;
-
schalmgaten en vides groter dan 4,00 vierkante meter;
-
holle ruimten of kruipruimten tussen het maaiveld en de onderzijde van het gebouw;
-
kruipkelders, tenzij deze volledig geconstrueerd zijn en deel uitmaken van het gebouw met een hoogte van ten minste 1,50 meter;
-
(dak-)terrassen en daken;
-
open brand- of vluchttrappen aan de buitenzijde van het gebouw.
-
Netto-vloeroppervlakte: De netto-vloeroppervlakte van een gebouw is de vloeroppervlakte gemeten tussen de begrenzende bouwdelen. Ze wordt berekend als het verschil van de bruto-vloeroppervlakte en de constructie-oppervlakte. Enkel de vloeroppervlakte gelegen in een zone met een minimale plafondhoogte van 2,60 meter en/of de vloeroppervlakte van een bewoonbare zolder komt hierbij in aanmerking.Tot de netto-vloeroppervlakte behoren ook:
-
de vloeroppervlakten ingenomen door leidingen, radiatoren en andere verwarmingselementen, kastenwand en dergelijke;
-
de oppervlakten ingenomen door deuropeningen, vensternissen, uitsparingen en nissen in de verticaal opgaande bouwdelen, zolang de vloeroppervlakte die ze creëren groter is dan 0,50 vierkante meter.
Niet tot de netto-vloeroppervlakte behoren:
-
-
de vloeroppervlakten ingenomen doorschouwen, kolommen, leidingkokers;
-
verblijfsruimten, waarvan de in aanmerking te nemen netto-vloeroppervlakte kleiner is dan 4,00 vierkante meter;
-
niet bewoonbare kelder en -zolder.
|