2 ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 Toepassingsgebied

 

De bouwcode is van toepassing op het grondgebied van de stad Antwerpen, uitgezonderd het havengebied en de bevaarbare waterlopen en bijhorende infrastructuur.

 
De bouwcode geldt voor heel de stad Antwerpen, behalve:

  • Het havengebied, zoals afgebakend in:
    • Gewestelijk RUP afbakening zeehavengebied;
    • Het havengebied van Antwerpen zoals beschreven in het zeehavendecreet voor het gebied binnen de grenzen van de stad Antwerpen;
    • Zones waar een omgevingsvergunning voor haveninfrastructuur werd goedgekeurd.
  • Bevaarbare waterlopen en de bijhorende infrastructuur: Albertkanaal, Schelde, kaaimuren, alle aanmeerplaatsen.

 

Artikel 2 Algemeen kader

 

  1. Inwerkingtreding:
    Deze bouwcode treedt in werking op 15 juli 2024. Ze is van toepassing voor aanvragen tot omgevingsvergunningen ingediend na de inwerkingtreding van deze bouwcode.

  2. Onverminderd de geldende regels m.b.t. brandveiligheid, kan de vergunningverlenende overheid, ambtshalve of op advies van de brandweer, voorwaarden opleggen met betrekking tot de brandbestrijdingsmiddelen, de inplanting en toegangswegen, compartimentering en evacuatie, bouwelementen, constructie van compartimenten en evacuatieruimten, constructie van bijzondere lokalen en technische ruimten en de uitrusting van het gebouw.

 

Artikel 3 Afwijkingsmogelijkheid

 

  1. De vergunningverlenende overheid kan afwijkingen toestaan op de voorschriften van deze verordening.

    De afwijking kan worden toegestaan omwille van o.a. de grote omvang van het project, zijn erfgoedwaarde, de voorgestelde innovatieve en verbeterende oplossing, conflicterende en onoplosbare voorwaarden vanuit andere of sectorale regelgeving.

    De afwijking kan pas toegestaan worden indien de vergunningverlenende overheid oordeelt dat door de afwijking voorgestelde werken minstens gelijkwaardig zijn. De gelijkwaardigheid moet beschouwd worden over het geheel van de voorschriften en dus bijeengenomen minstens dezelfde mate van veiligheid, leefbaarheid, beeldkwaliteit en duurzaamheid garanderen en dit zowel voor onroerende goederen en voorwerpen op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, als voor de ruimere omgeving.

    De afwijking moet tevens in overeenstemming zijn met de goede plaatselijke ruimtelijke ordening en, indien van toepassing, de historische waarde van het gebouw.

 
De regels van de bouwcode zijn opgesteld voor de stad als een geheel, dat wil zeggen over de verschillende gebieden heen, en dat tevens voor de meest voorkomende onderwerpen. Je vindt in de bouwcode dus vooral algemene regels.

Dat betekent dat je in sommige gevallen misschien een afwijking op de regels zal moeten vragen. Soms vraagt een specifieke situatie een beoordeling 'op maat van het project', die niet voorzien kon worden onder de algemene regels. Zowel de aanvrager, de omgevingsambtenaar als het college van burgemeester en schepenen mag redenen geven voor zo'n afwijking.

Daarbij moet er nog steeds aangetoond worden dat de werken zorgen voor gelijkwaardige resultaten opo vlak van veiligheid, leefbaarheid, beeldkwaliteit en duurzaamheid als de algemene regel.

De vergunningverlenende overheid beslist uiteindelijk of de vergunning goedgekeurd wordt, met of zonder afwijking.

Sommige artikels van de bouwcode bevatten ook een uitzonderingsbepaling. Die kan je beschouwen als een standaard afwijking voor bepaalde gevallen. Voldoe je hieraan, dan moet je dit niet extra motiveren.

     

  1. Motivering afwijking

    De motivering moet duidelijkheid geven over de gewenste afwijking(en) van het project ten opzichte van de verordening. Ze beschrijft de te verwachten impact van deze afwijkingen op de kwaliteiten die door de verordening worden beoogd voor het project en de omgeving.

  1. Ambtshalve afwijking

    De vergunningverlenende overheid kan op eigen initiatief of naar aanleiding van het gemotiveerd verzoek van de aanvrager op gemotiveerde wijze een afwijking toestaan op de verordening. Zij toetst hierbij aan de criteria opgenomen in paragraaf 1 van dit artikel en motiveert de afwijking aan de hand van deze criteria in de omgevingsvergunning.

Sommige artikels van de bouwcode bevatten ook een uitzonderingsbepaling. Die kan je beschouwen als een standaard afwijking voor bepaalde gevallen. Voldoe je hieraan, dan moet je dit niet extra motiveren.

 

Artikel 4 Definities

Aaneengesloten bebouwing


Bebouwingswijze waarbij het hoofdgebouw minstens twee gemene muren of wachtgevels of een combinatie van beide heeft.


Eenheidsbebouwing: verwijst naar een bouwkundig geheel waarbij meerdere gebouwen of woningen identiek of met sterk gelijkende kenmerken worden ontworpen en gebouwd. Het doel is om eenheid en consistentie te creëren in het uiterlijk van de gebouwen, zodat ze als één geheel worden beschouwd.

Afgebakend gebied waar een plafond voor studentenkamers van kracht is


Percelen gelegen aan één van volgende straten:

  • Ambtmanstraat, Ankerrui even kant nrs. 2 t.e.m. 56, Apostelstraat, Blindestraat, Borzestraat, Boterhamstraat, Cellebroedersstraat, Eikenstraat, Falconplein oneven kant nrs. 1 t.e.m. 57, Falconrui, Frans Halsplein, Generaal Belliardstraat, Gramayestraat, Gratiekapelstraat, Grote Kauwenberg, Hamerplaats, Hessenbrug, Hessenplein, Hessenstraatje, Hoornstraat, Houtenbrug, Huikstraat oneven kant nrs. 1 t.e.m. 53, Israelietenstraat, Italielei even kant nrs. 10 t.e.m. 124, Jan van Lierstraat, Jezusstraat, Jozef De Hasquestraat, Kaasbrug, Kattenstraat, Keizerstraat, Kipdorp, Klapdorp, Kleine Kauwenberg, Koepoortbrug, Koningstraat, Korte Brilstraat, Korte Klarenstraat, Korte Noordstraat, Korte Sint-Annastraat, Korte Winkelstraat, Lange Brilstraat, Lange Klarenstraat, Lange Nieuwstraat, Lange Noordstraat, Lange Sint- Annastraat, Lange Winkelstraat, Lansstraat, Markgravestraat, Meir oneven kant nrs. 1 t.e.m. 125, Minderbroedersrui oneven kant nrs. 1 t.e.m. 61, Minderbroedersstraat, Molenbergstraat, Morgenstraat, Mutsaardstraat, Ossenmarkt, Oudeleeuwenrui even kant nrs. 2 t.e.m. 58, Paardenmarkt, Paradijsstraat, Parochiaanstraat, Paternosterstraat, Pieter Van Hobokenstraat, Predikerinnenstraat, Prinsesstraat, Prinsstraat, Pruynenstraat, Raapstraat, Rijnpoortvest, Rodestraat, Roskamgang, Rozenstraat, Sint- Jacobsmarkt, Sint-Jacobstraat, Sint-Katelijnevest oneven kant nrs. 1 t.e.m. 67, Sint-Nicolaasplaats, Stadswaag, Stijfselrui, Stijfselstraat, Toog, Twaalfmaandenstraat, Ulrikstraat, Van Boendalestraat, Varkensmarkt, Vekestraat, Venusstraat, Zwanengang.

Grafische weergave van het afgebakend gebied:

[image]

Afgebakende campusterreinen


De afgebakende campusterreinen bestaan uit de campus "Middelheim" en de campus "Drie Eiken" en worden gevormd door volgende straten:


  • Campus Middelheim: Hindenstraat nrs. 1 t.e.m. 27 te 2610 Wilrijk, Lindendreef 1 te 2020 Antwerpen, Middelheimlaan nrs. 1, 59 t.e.m. 71 te 2020 Antwerpen, Prins Boudewijnlaan even kant nrs. 2 t.e.m. 36 te 2600 Berchem, Prinses Josephine Charlottelaan even kant nrs. 8 t.e.m. 18 te 2600 Berchem, Rucaplein nrs. 1 t.e.m. 51, 110 t.e.m. 158, 159 t.e.m. 219, 52-104 te 2610 Wilrijk.


  • Campus Drie Eiken: Dokter Donnyplein even kant nrs. 30 t.e.m. 32, Doornstraat oneven kant nrs. 135 t.e.m. 203 en 331, Edegemsesteenweg nrs. 100, 200, 240, Fort VI-straat nrs. 276, 280, Kerkeveldstraat even kant nrs. 2 t.e.m. 30, Krijgslaan even kant nrs. 28 t.e.m. 46, Universiteitsplein nrs. 1, 5.


Grafische weergave van de afgebakende campusterreinen:

[image]

Campus Drie Eiken

[image]

Campus Middelheim

Architecturale geschiktheid


Heeft betrekking op de mate waarin een ontwerp of gebouw voldoet aan de functionele, milieutechnische en esthetische eisen en de omgevingscontext waarin het zich bevindt.

Autoparkeerplaats


Plaats bestemd om een auto te parkeren.

Bebouwde grondoppervlakte


Bruto-vloeroppervlakte van het vloerniveau ter hoogte van het maaiveld (voetafdruk) op een perceel of terrein, exclusief de overdekte, niet-afgesloten terrassen.

Beschermde eengezinswoning


Een eengezinswoning waarbij de woning samenvalt met het volledige gebouw en waarvan de totale bruto vloeroppervlakte maximum 350m² bedraagt, eventuele complementaire functies en zogenaamde 'handelswoningen' inbegrepen.
De complementaire functies zijn de functies die volgens artikel 2, §3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen vrijgesteld zijn van vergunning, en navolgende wijzigingen.
Een handelswoning/handelshuis is een eengezinswoning die naast één woongelegenheid ook één handelsfunctie bevat, waarbij wonen de hoofdfunctie is van het gebouw en de woon- en handelsfunctie * in de laatst (geacht) vergunde toestand één geheel vormen, ongeacht of ze door constructieve ingrepen opdeelbaar zijn.
(* onder 'handel' in de 'handelswoning/handelshuis' vallen de volgende functiecategorieën: detailhandel of reca of kantoor/diensten/vrij beroep of verblijfsrecreatie (logies) of bedrijvigheid)
Voor de berekening van de bruto vloeroppervlakte wordt enkel de vergunde of vergund geachte vloeroppervlakte op het moment van inwerkingtreding van deze verordening in rekening gebracht.

Binnengebied


Binnenzijde van het bouwblok: geheel van gebouwen en tuinen omgeven door een bouwblokwand.

Bouwblok


Geheel van gebouwen en tuinen omgeven door publieke ruimte.

Bouwblokwand


Schil van het bouwblok, bestaande uit gebouwen met een voor het bouwblok kenmerkende bouwdiepte, en eventueel bijhorende onbebouwde ruimte in de schil, nodig voor het functioneren van deze gebouwen.

Bouwdiepte


Afstand vanaf de voorgevelbouwlijn waar over de gehele diepte is of mag worden gebouwd, inclusief afdaken en uitbouwen, exclusief gelijkvloerse terrassen.

Bouwhoogte


Hoogte gemeten vanaf het laagste straatniveau grenzend aan het perceel waarop het gebouw staat, tot aan het hoogste punt van het gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftkokers … De bouwhoogte kan verschillen van de kroonlijsthoogte.

Bouwlaag


Horizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van het gelijkvloers, bewoonbare kelders of bewoonbare lagen onder het dak. Niet bewoonbare kelders, niet-bewoonbare zolders, niet-overdekte dakterrassen of dakspeelplaatsen worden niet meegerekend als bouwlaag.

Bouwlijn


Lijn waarachter een van de gevels van een gebouw geplaatst is of geplaatst kan worden; de grens van de bouwperimeter.

Broedseizoen


De periode tussen 15 maart en 15 juli.

Bruto vloeroppervlakte (BVO)


De bruto vloeroppervlakte is de som van de bruto-vloeroppervakten van alle vloerniveaus. Vloerniveaus zijn bijvoorbeeld verdiepingen, geheel of gedeeltelijk in de grond, verdiepingen boven de grond, verdiepingen voor installaties, dakverdiepingen, zolders. De bruto-vloeroppervlakte van ieder vloerniveau volgt uit de buitenomtrek van aan het gebouw begrenzende bouwdelen op vloerhoogte. Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzingen bepalend. De oppervlakte van trappen, liften en installatieschachten dienen op elk vloerniveau tot de bruto vloeroppervlakte te worden gerekend.
Niet tot de bruto vloeroppervlakte worden gerekend de oppervlakten van:

  1. uitstekende delen van de buitenwand kleiner dan 0,50 vierkante meter;

  2. nissen aan de buitenzijde van het gebouw groter dan 0,50 vierkante meter;

  3. uitwendige vrijstaande kolommen kleiner dan 0,50 vierkante meter;

  4. schalmgaten en vides groter dan 4,00 vierkante meter;

  5. holle ruimten of kruipruimten tussen het maaiveld en de onderzijde van het gebouw;

  6. kruipkelders, tenzij deze volledig gecontrueerd zijn en deel uitmaken van het gebouw met een hoogte van ten minste 1,50 meter;

  7. (dak-)terrassen en daken;

  8. open brand- of vluchttrappen aan de buitenzijde van het gebouw.

Buitenruimte


Toegankelijke ruimte in open lucht, zowel op het maaiveld als op de verdiepingen, bedoeld om mensen kwalitatief te laten verblijven. De ruimte beschikt over rechtstreeks daglicht en uitzicht.

Carport


Autoparkeerplaats met een dak en minimum twee open, niet-afgesloten zijden.

Coliving (duurzaam kamerwonen)


Een woonvorm waarbij bewoners van kamers op een georganiseerde manier duurzaam samenleven en waarbij aan volgende voorwaarden is voldaan:

  1. De woongroep zorgt voor een intern reglement dat het duurzaam samenlevingsverband tussen de bewoners organiseert;

  2. Elke bewoner ondertekent het intern reglement en leeft dit na;

  3. De bewoners onderhouden actief een duurzaam samenlevingsverband. Ze delen minimaal één voldoende uitgeruste keuken en een kwalitatieve leefruimte, beiden op maat van de woongroep;

  4. De woongroep duidt een verantwoordelijke aan, die het aanspreekpunt is voor de diensten van de stad Antwerpen, de buren, de verhuurder, ...;

  5. Alle bewoners zijn gedomicilieerd en hebben hun hoofdverblijfplaats in de woning.

  6. Het betreft duurzaam kamerwonen cfr. omzendbrief RWO 2011/1. De voorwaarden die aan deze woonvorm gekoppeld zijn, hebben vooral betrekking op de exploitatiefase van een project en niet zozeer op het ontwerp ervan. Daarom zullen de voorwaarden uit de definitie ook worden opgelegd in de bijzondere voorwaarden van de omgevingsvergunning, zodat er ook zal op gecontroleerd worden.

Dakoppervlakte


Verticale projectie op een horizontaal vlak van de buitenafmetingen van het dak.

Dakterras


Toegankelijke buitenruimte op het dak van een gebouw (of een deel ervan) dat is aangelegd als een terras. Het is een niet overdekt beloopbaar oppervlak dat wordt afgeschermd door een doorvalbeveiliging.

Dakvlak


Buitenzijde van het dak, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten.

Doorwortelbaar volume


Een substraat dat wortelgroei toelaat en bevordert en dat via waterdoorlatende of waterpasserende verharding en fundering of beluchtings- en irrigatiebuizen voorzien wordt van water en lucht.
Het substraat kan bestaan uit (in volgende van voorkeur):

  1. Teelaarde in open plantvlak;

  2. Boombunker met bomengrond;

  3. Bomenzand met drukverdelende laag onder verharding;

  4. Skeletbodem (bodemgranulaat) onder verharding.


  5. De indringingsweerstand van het substraat na aanleg en verwerking mag nergens groter zijn dan 3 MPa.

Duurzame HVAC-installaties


Installaties voor de klimatisering van het binnenklimaat met inbegrip van ventilatie, koeling en verwarming. Daaronder worden begrepen:

  1. Ventilatietoestellen met warmterecuperatie (systeem D)

  2. Geothermische water/water warmtepompen met eventuele koelfunctie

  3. Lucht/water en lucht/lucht warmtepompen met eventuele koelfunctie, wanneer deze voldoen aan volgende parameters:

  4. Het geluidsvermogen van de buitenunit (inclusief eventuele geluidswerende omkasting) is maximaal 40 dB(A) indien de perceelsgrens of het dichtst bij zijnde raam van een verblijfruimte, zowel van de eigen woning als van de aanpalende, zich op 1 meter afstand bevindt. Dit geluidsvermogen mag vermeerderd worden met 6 dB(A) per verdubbeling afstand. Het geluidsvermogen wordt bepaald op basis van geluidsvermogen op het energielabel https://eprel.ec.europa.eu/screen/product/spaceheaters op voorwaarde van correcte installatie om geluidsreflectie en trillingen zoveel mogelijk te vermijden en op voorwaarde dat ook aan VLAREM is voldaan voor ingedeelde installaties.
  5. Minimaal energielabel A (waterverwarming), A++ (ruimteverwarming 55°C) en A+++ (ruimteverwarming 35°C): toestellenlijst cfr. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties betreft.
  6. Het gebruikte koelmiddel heeft een Global Warming Potential (GWP) van minder dan 750 bij een vermogen van meer dan 12 kW.
  7. Het maximale geluidsvermogen 40 dB op 1 meter afstand van een leefruimte in de definitie is gebaseerd op het behalen van de VLAREM richtwaarde 35 dB 's nachts in 'categorie 4 woongebieden'. Theoretisch vermindert het geluidsniveau van puntbronnen met 6 dB bij een verdubbeling van de afstand (starten bij 1m afstand). VLAREM geluidsnormen blijven onverminderd van toepassing voor ingedeelde inrichtingen (installaties vanaf 5kW).

Enkelvoudige scheidingsmuur


Een muur uit één enkel blad dat de vloeren en daken van de beide aanpalende gebouwen draagt.

Erkende onderwijsinstelling


Een door de Vlaamse Gemeenschap erkende onderwijsinstelling voor basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs, centra voor volwassenenonderwijs en/of centra voor basiseducatie.

Fietsparkeerplaats


Plaats bestemd om een fiets te parkeren.

Fietsverankeringssysteem


Niet-overdekte, niet-afgesloten, verankerde fietsparkeerplaats.

Garage


Parkeerplaats voor auto's die regen- en winddicht is.

Gelijkvloers


Onderste bouwlaag van een gebouw, gelegen boven de pas van het maaiveld.

Gemengd Gebouw


Gebouw waarin meerdere hoofdfuncties ondergebracht zijn.

Gesloten horecaconstructie


Een terras met overdekte constructie waarvan de terraselementen tot één constructief geheel zijn samengevoegd, dat als uitbreiding van de aanpalende horecazaak dient, al dan niet met verhoogde vloer, en dat volledig afgesloten kan worden.

Gevel


Buitenmuur van een gebouw met uitzondering van de scheimuur

Gevelbreedte


Breedte van de voorgevel gemeten in een horizontale rechte lijn tussen de twee hoeken gevormd door de voorgevel en de zijgevel(s)/as van de scheidingsmu(u)r(en). De gevelbreedte van een hoekgebouw wordt per straat afzonderlijk gemeten.

Gevelvlak


Buitenzijde van de gevel, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten.

Groendak


Een dak waar het water wordt opgeslagen onder of in de afwerkingslaag en waarbij de afwerkingslaag uit een vegetatielaag bestaat.

Groene ruimte


Onverharde, waterdoorlatende, onbebouwde en begroeide oppervlakte.

Grootschalige projecten


Met grootschalige projecten wordt bedoeld:

  1. gebouw met 30 of meer wooneenheden;

  2. kantoor vanaf 2.000 m² bruto vloeroppervlakte;

  3. bedrijvigheid/KMO vanaf 8.000 m² bruto vloeroppervlakte;

  4. handelsfunctie vanaf 750 m² brutovloeroppervlakte;

  5. ziekenhuis;

  6. voetbalstadion;

  7. cultureel centrum;

  8. rust- en verzorgingstehuis;

  9. onderwijsinstelling;

  10. andere functies met 50 parkeerplaatsen of meer;

  11. (openbare rotatie)parking met 50 parkeerplaatsen of meer.

Horeca


Verzamelnaam voor de functiecategorieën verblijfsrecreatie (hotel) en restaurant, café (met uitsluiting van dancing).

Horecaterras


Een (deel van de openbare) ruimte die privatief in gebruik wordt genomen door een horecazaak om dranken en voedingswaren te consumeren. Het kan de vorm aannemen van een eilandterras of een gevelterras.

Hospitawonen


Een woonvorm waarbij de eigenaar of vruchtgebruiker van een zelfstandige woongelegenheid, waar hij gedomicilieerd is, maximaal 2 slaapkamers verhuurt aan een student. de student deelt alle ruimtes met de eigenaar of vruchtgebruiker, met uitzondering van de slaapkamer en een eventuele private studeerruimte. De student neemt zijn intrek in de woning zonder dat er verbouwingswerken worden uitgevoerd. Er verblijft maximaal één student per slaapkamer.

Insprong


Terugspringend bouwdeel ten opzichte van het gevelvlak of dakvlak.

Kelder


Ruimte die volledig of gedeeltelijk onder het maaiveld ligt tussen de fundering en het gelijkvloers.

Kroonlijsthoogte


Hoogte van een gebouw die gemeten wordt van het maaiveld tot de bovenkant van de deksteen of kroonlijst.

Kroonprojectie


De loodrechte projectie van de kruin van volgroeide hoogstammige bomen op de bodem.

Large boom


Boom die in volwassen vorm een hoogte heeft van meer dan 11 meter tot ca. 35 meter en - al dan niet na opkronen - een takvrije stamlengte heeft tussen 4,5 tot 7 meter.

Levende afsluiting


Haag of begroeide draadafsluiting.

Maaiveld


Bovenvlak van huidig of toekomstig bouwterrein.

Meergezinsgebouw


Gebouw waarin minimum twee woningen zijn ondergebracht. (kamer en/of zelfstandige woongelegenheid).

Mezzanine


Tussenvloer naast een vide. De tussenvloer is een vaste constructie en heeft een oppervlakte die kleiner is dan de oppervlakte van de ruimte waarin ze geplaatst is.

Netto-vloeroppervlakte (NVO)


De netto vloeroppervlakte is de vloeroppervlakte gemeten tussen de begrenzende bouwdelen. Ze wordt berekend als het verschil van de bruto-vloeroppervlakte en de constructieoppervlakte.

Tot de netto vloeroppervlakte behoren ook:

  1. de vloeroppervlakten ingenomen door leidingen, radiatoren en andere verwarmingselementen, kastenwand en dergelijke;

  2. de oppervlakten ingenomen door deuropeningen, vensternissen, uitsparingen en nissen in de verticaal opgaande bouwdelen, zolang de vloeroppervlakte die ze creëren groter is dan 0,50 vierkante meter;

  3. de niet-dragende wanden.


  4. Niet tot de netto vloeroppervlakte behoren:

  5. de vloeroppervlakten ingenomen door schouwen, kolommen, leidingkokers;

  6. verblijfsruimten, waarvan de in aanmerking te nemen netto-vloeroppervlakte kleiner is dan 4,00 vierkante meter;

  7. niet bewoonbare kelder;

  8. oppervlakte (al dan niet onder schuine daken) met een vrije hoogte minder dan 1,80 meter;

  9. borstweringen van terrassen;

  10. autoparkeerplaatsen en fietsparkeerplaatsen.

Niet bewoonbare kelder


Kelder waarvan het vloerniveau lager is dan 1m10 ten opzichte van het maaiveld of waarvan de vrije hoogte kleiner is dan 2m20.

Niet-invasieve planten


Planten die niet opgenomen zijn op de Unielijst met Invasieve Uitheemse Soorten (IAS) van de Europese Unie.

Ontkoppelde scheidingsmuur


Een scheidingsmuur die is opgebouwd uit twee of meer afzonderlijke dragende bladen, gescheiden door een luchtspouw of door isolatiemateriaal. Elk blad draagt slechts de vloeren en daken van één gebouw.

Open horecaterras


Een open terras dat alleen kan bestaan uit terraselementen en overkappingen, al dan niet verankerd.

Openbaar domein


Alle goederen die toebehoren aan een openbare rechtspersoon en die bestemd zijn voor het algemeen gebruik of voor de openbare dienstverlening.

Perceel


Stuk grond, al dan niet bebouwd, waaraan aan kadastraal nummer is toegekend.

Perceelsgrens


De kadastraal vastgelegde grens tussen twee of meerdere percelen.

POET-principe


Parkeren Op Eigen Terrein-principe.

Publiek toegankelijke functie


Hiermee wordt bedoeld:

  1. verblijfsrecreatie (hotel);

  2. dagrecreatie (met inbegrip van sport);

  3. detailhandel, dancing, restaurant en café;

  4. kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen;

  5. gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.

Publieke ruimte


Ruimte die publiek toegankelijk is, ongeacht de eigendomssituatie.

Retailcluster


Zone voor grootschalige detailhandel, gericht op de verkoop van uitzonderlijke goederen en doelgericht winkelen. Die spelers hebben vaak een grotere ruimtebehoefte. Door hun ligging, schaal en hun doelgerichtheid en gespecialiseerd aanbod hebben retailclusters vaak een regionale functie. Er zijn retailclusters in de periferie en er zijn er in woongebied.

Deze werden afgebakend in de Beleidsnota Detailhandel en zijn weergegeven op de kaart in bijlage bij de bouwcode.

Schadelijke en/of hinderlijke gassen


Gassen afkomstig van verwarmings- of verbrandingstoestellen, dampen afkomstig uit horeca-keukens, dampen afkomstig uit industriële wasdrogers, dampen afkomstig uit mechanische ventilatiesystemen en dampen afkomstig uit de verluchting van afvalbergingen. Ook kunnen hier dampen afkomstig zijn uit verluchtingspijpen van rioleringe onder vallen, voor zover de verluchtingspijpen niet afgesloten zijn door een beluchter.

Scheidingsmuur


Muur die twee eigendommen van elkaar scheidt. Scheidingsmuren kunnen ontkoppeld of enkelvoudig zijn.

Septische put


Septische putten zorgen voor de voorbehandeling van normaal huishoudelijk afvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen. De septische put is vervaardigd uit beton of kunststof en heeft ten minste twee compartimenten. De verschillende afdelingen van de septische put moeten met elkaar in verbinding gesteld worden d.m.v. in de scheidingsmuren aangebrachte openingen die groot genoeg zijn om beroering in de middenzone ter vermijden.

Sorteerstraat


Systeem van containers dicht bij de woning waar de bewoner zelf zijn huishoudelijk afval selectief naar toe brengt. Het systeem wordt volgens de technische en stedenbouwkundige richtlijnen van de stad geplaatst op publiek toegankelijk terrein. Het systeem wordt gebruikt onder toezicht en volgens de reglementering van de stad. De bedieningszone van een sorteerstraatje bedraagt 150 meter in loopafstand, gemeten vanaf de voordeur tot de dichtstbijzijnde container.

Straatbeeld


De verschijningsvorm van het geheel van de gebouwde omgeving die de begrenzing en zicht vormt van een publieke open ruimte.

Straatwand


De samenvoeging van alle voorgevels tussen twee straathoeken.

Studio


Een zelfstandige woongelegenheid bestaande uit één verblijfsruimte, die dienst doet als woonkamer, slaapkamer en keuken.

Technische installaties


Installaties of zelfstandige onderdelen ervan die geen verblijfsfunctie hebben, zuiver utilitair zijn en bijdragen tot de technische werking van het gebouw, zoals HVAC, liften,…

Terras


Toegankelijke verharde ruimte in openlucht, op of buiten een gebouw, aangelegd als verblijfs- of wandelplaats.

Theoretische voetpadbreedte


In straten waar geen voetpaden zijn afgebakend, wordt de breedte theoretisch vastgelegd. De breedte wordt dan berekend in de veronderstelling dat in het midden van de straat een rijweg van 4 meter gelegen is. De theoretische voetpadbreedte is dan : (straatbreedte - 4m)/2.

Toegelaten bouwvolume


Theoretisch bouwvolume waarbinnen een constructie zich moet bevinden.

Toekomstboom


Dit is een jonge boom die voldoet aan alle voorwaarden om te kunnen uitgroeien tot een generatieboom. Een generatieboom is een boom die meer dan 120 jaar oud kan worden, die met andere woorden meerdere generaties stadsbewoners kan overleven. Om dat te bereiken moet de boom aan voldoen:

  1. Een soort die van nature minstens 120 jaar oud kan worden;

  2. Op een plaats staan waar de natuurlijke grootte bereikt kan worden of in geval van een grootteklasse A minstens een kroonprojectie van 100m² kan gehaald worden. Daarvoor is zowel boven- als ondergronds voldoende ruimte nodig;

  3. Een beschermde status die de boom vrijwaart van beschadigingen tijdens zijn hele levensduur.

Totem


Publiciteitsdrager bestaande uit een paal waaraan publiciteitsborden bevestigd zijn/worden.

Tuin


Niet-openbare ruimte in de openlucht die zich situeert op de begane grond. De tuin kan gelegen zijn aan de voor-, zij- en/of achterkant van het gebouw.

Verblijfsruimte


Ruimte voor het langdurig verblijven van mensen. Hieronder vallen, zonder limitatief te zijn: leefruimten, keukens, slaapkamers, kamers, kantoor/bureelruimten, onderwijslokalen. Enkele voorbeelden van ruimten die hier niet onder vallen: badkamers, toiletten, handelszaken, restaurants, cafés, ruimten voor industrie en ambacht, bergplaatsen.

Verharding

Kunstmatig aangelegde grondbedekking (al dan niet door het uitvoeren van constructieve werken) om het weerstandsvermogen van de bodem te vergroten en die mogelijks de waterdoorlaatbaarheid ervan beperkt.

Vrije hoogte


Netto hoogteverschil tussen de bovenzijde van de afgewerkte vloerpas en de onderkant van het afgewerkt plafond of een dragende balkenstructuur.

Waterhoudende leeflaag


Het geheel van teelaarde en waterretentiesysteem bedoeld om het aanplanten van hoogstammige bomen mogelijk te maken. Ze heeft een minimale dikte van 1 meter vanaf de bovenzijde van de waterdichting van de ondergrondse bouwlaag. Deze dikte wordt vermeerderd met de dikte van het gekozen waterhoudend systeem. Er moet in deze leeflaag dus minimaal 1m teelaarde worden voorzien in functie van voldoende wortelzone die toelaat om hoogstammige bomen aan te planten met bijkomend een waterretentiesysteem dat toelaat water vast te houden tijdens droge periodes..

Wijkverzorgende commerciële functie


Een aanbod van diensten en producten gericht op de dagelijkse noden van de mensen die wonen of werken in een bepaalde wijk en waarbij 10 minuten wandelen als actieradius geldt (dit komt benaderend overeen met 800 meter in vogelvlucht of 1000 meter werkelijke afstand).

Winkelarm gebied


Gebied bestemd voor KMO's of industriële activiteiten.

Woningdelen (duurzaam samenwonen)


Woonvorm waarbij maximaal zes personen op informele wijze samenleven. Ze delen alle leefruimtes. Ze onderhouden actief een duurzaam samenlevingsverband en leven samen als gezin.

Zelfstandige woongelegenheid


Een woning waarin een toilet, een bad of douche en een kookgelegenheid aanwezig is. het gaat om een eengezinswoning, een appartement of studio. Indien één van deze voorzieningen ontbreekt voldoet de woning niet aan deze definitie en betreft het een kamer.

Zoneringsplan voor de behandeling van afvalwater


Plan opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij dat de ligging van de vier zuiveringszones inzake de zuivering van afvalwater weergeeft. Per zone zijn bepaalde maatregelen opgelegd met betrekking tot waterafvoer. De zones zijn te raadplegen via het geoloket van de Vlaamse Milieumaatschappij.

De vier zones zijn:

  1. het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation;

  2. het geoptimaliseerde buitengebied met recente aansluiting op een zuiveringsstation;

  3. het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd;

  4. het individueel te optimaliseren buitengebied, waar het afvalwater verplicht hetzij lokaal gezuiverd wordt, hetzij - waar er slechts sporadisch afvalwater wordt geproduceerd - opgevangen wordt in een gesloten opvangsysteem voor ophaling door een erkende verwerker, opdat aan de milieuwetgeving (Vlarem II) voldaan wordt.


Voor de volgende begrippen wordt geen definitie voorzien. De definitie van hogere of specifieke regelgeving wordt gehanteerd:

  • Afvalwater - zoals omschreven in Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II).

  • Bereikbaarheidsprofiel - zoals omschreven in het Richtlijnenboek Mobiliteitseffectenstudies, mobiliteitstoets en MOBER.

  • CHE-gebied - cultureel, historisch en/of esthetisch waardevol gebied zoals aangeduid in het gewestplan, bijzondere plannen van aanleg en in ruimtelijke uitvoeringsplannen.

  • Constructie - zoals omschreven in Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, afgekort "VCRO".

  • Erfgoedwaarden - zoals omschreven in het onroerend erfgoeddecreet.

  • Handelsgeheel - zoals omschreven in het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid.

  • Herbouwen - zoals omschreven in Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, afgekort "VCRO", art. 4.1.1,6°

  • Kamer - definitie Vlaamse Codex Wonen van 2021, art. 1.3 §1°25.

  • Kernwinkelgebied - zoals omschreven in het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid.

  • Kleinhandelscategorie - zoals omschreven in het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid.

  • Netto-handelsoppervlakte - zoals omschreven in het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid.

  • Student - zoals omschreven in art. 53 van het Vlaams Woninghuurdecreet.

  • Mobiliteitsprofiel - zoals omschreven in het Richtlijnenboek Mobiliteitseffectenstudies, mobiliteitstoets en MOBER.

  • Verbouwen - zoals omschreven in Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, afgekort "VCRO", art. 4.1.1, 12°.

  • Waterdoorlatende of Waterpassende verharding - Waterdoorlatende verhardingen bestaan uit poreus materiaal waar water door kan. Waterpasserende verhardingen bevatten of creëren poriën waarlangs het water kan infiltreren.

  • Woning - Definitie Vlaamse Codex Wonen van 2021, art. 1.3 §1 °66.

  • Woongelegenheid - zoals omschreven in Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, afgekort "VCRO".

  • Zaakgebonden publiciteitsinrichting - zoals omschreven in de gewestelijke Publiciteitsverordening 2023.

  • Zaakgebonden publiciteitsboodschap - zoals omschreven in de gewestelijke Publiciteitsverordening 2023.