2 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsgebied
De bouwcode is van toepassing op het grondgebied van de stad Antwerpen, uitgezonderd het havengebied en de bevaarbare waterlopen en bijhorende infrastructuur.
Artikel 2 Algemeen kader
Artikel 3 Afwijkingsmogelijkheid
Sommige artikels van de bouwcode bevatten ook een uitzonderingsbepaling. Die kan je beschouwen als een standaard afwijking voor bepaalde gevallen. Voldoe je hieraan, dan moet je dit niet extra motiveren.
Artikel 4 Definities Aaneengesloten bebouwing Bebouwingswijze waarbij het hoofdgebouw minstens twee gemene muren of wachtgevels of een combinatie van beide heeft. Eenheidsbebouwing: verwijst naar een bouwkundig geheel waarbij meerdere gebouwen of woningen identiek of met sterk gelijkende kenmerken worden ontworpen en gebouwd. Het doel is om eenheid en consistentie te creëren in het uiterlijk van de gebouwen, zodat ze als één geheel worden beschouwd. Afgebakend gebied waar een plafond voor studentenkamers van kracht is Percelen gelegen aan één van volgende straten:
Grafische weergave van het afgebakend gebied: ![]() Afgebakende campusterreinen De afgebakende campusterreinen bestaan uit de campus "Middelheim" en de campus "Drie Eiken" en worden gevormd door volgende straten:
Grafische weergave van de afgebakende campusterreinen: ![]() Campus Drie Eiken ![]() Campus Middelheim Architecturale geschiktheid Heeft betrekking op de mate waarin een ontwerp of gebouw voldoet aan de functionele, milieutechnische en esthetische eisen en de omgevingscontext waarin het zich bevindt. Autoparkeerplaats Plaats bestemd om een auto te parkeren. Bebouwde grondoppervlakte Bruto-vloeroppervlakte van het vloerniveau ter hoogte van het maaiveld (voetafdruk) op een perceel of terrein, exclusief de overdekte, niet-afgesloten terrassen. Beschermde eengezinswoning Een eengezinswoning waarbij de woning samenvalt met het volledige gebouw en waarvan de totale bruto vloeroppervlakte maximum 350m² bedraagt, eventuele complementaire functies en zogenaamde 'handelswoningen' inbegrepen. Binnengebied Binnenzijde van het bouwblok: geheel van gebouwen en tuinen omgeven door een bouwblokwand. Bouwblok Geheel van gebouwen en tuinen omgeven door publieke ruimte. Bouwblokwand Schil van het bouwblok, bestaande uit gebouwen met een voor het bouwblok kenmerkende bouwdiepte, en eventueel bijhorende onbebouwde ruimte in de schil, nodig voor het functioneren van deze gebouwen. Bouwdiepte Afstand vanaf de voorgevelbouwlijn waar over de gehele diepte is of mag worden gebouwd, inclusief afdaken en uitbouwen, exclusief gelijkvloerse terrassen. Bouwhoogte Hoogte gemeten vanaf het laagste straatniveau grenzend aan het perceel waarop het gebouw staat, tot aan het hoogste punt van het gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftkokers … De bouwhoogte kan verschillen van de kroonlijsthoogte. Bouwlaag Horizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van het gelijkvloers, bewoonbare kelders of bewoonbare lagen onder het dak. Niet bewoonbare kelders, niet-bewoonbare zolders, niet-overdekte dakterrassen of dakspeelplaatsen worden niet meegerekend als bouwlaag. Bouwlijn Lijn waarachter een van de gevels van een gebouw geplaatst is of geplaatst kan worden; de grens van de bouwperimeter. Broedseizoen De periode tussen 15 maart en 15 juli. Bruto vloeroppervlakte (BVO) De bruto vloeroppervlakte is de som van de bruto-vloeroppervakten van alle vloerniveaus. Vloerniveaus zijn bijvoorbeeld verdiepingen, geheel of gedeeltelijk in de grond, verdiepingen boven de grond, verdiepingen voor installaties, dakverdiepingen, zolders. De bruto-vloeroppervlakte van ieder vloerniveau volgt uit de buitenomtrek van aan het gebouw begrenzende bouwdelen op vloerhoogte. Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzingen bepalend. De oppervlakte van trappen, liften en installatieschachten dienen op elk vloerniveau tot de bruto vloeroppervlakte te worden gerekend.
Buitenruimte Toegankelijke ruimte in open lucht, zowel op het maaiveld als op de verdiepingen, bedoeld om mensen kwalitatief te laten verblijven. De ruimte beschikt over rechtstreeks daglicht en uitzicht. Carport Autoparkeerplaats met een dak en minimum twee open, niet-afgesloten zijden. Coliving (duurzaam kamerwonen) Een woonvorm waarbij bewoners van kamers op een georganiseerde manier duurzaam samenleven en waarbij aan volgende voorwaarden is voldaan:
Het betreft duurzaam kamerwonen cfr. omzendbrief RWO 2011/1. De voorwaarden die aan deze woonvorm gekoppeld zijn, hebben vooral betrekking op de exploitatiefase van een project en niet zozeer op het ontwerp ervan. Daarom zullen de voorwaarden uit de definitie ook worden opgelegd in de bijzondere voorwaarden van de omgevingsvergunning, zodat er ook zal op gecontroleerd worden. Dakoppervlakte Verticale projectie op een horizontaal vlak van de buitenafmetingen van het dak. Dakterras Toegankelijke buitenruimte op het dak van een gebouw (of een deel ervan) dat is aangelegd als een terras. Het is een niet overdekt beloopbaar oppervlak dat wordt afgeschermd door een doorvalbeveiliging. Dakvlak Buitenzijde van het dak, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten. Doorwortelbaar volume Een substraat dat wortelgroei toelaat en bevordert en dat via waterdoorlatende of waterpasserende verharding en fundering of beluchtings- en irrigatiebuizen voorzien wordt van water en lucht.
De indringingsweerstand van het substraat na aanleg en verwerking mag nergens groter zijn dan 3 MPa. Duurzame HVAC-installaties Installaties voor de klimatisering van het binnenklimaat met inbegrip van ventilatie, koeling en verwarming. Daaronder worden begrepen:
Het maximale geluidsvermogen 40 dB op 1 meter afstand van een leefruimte in de definitie is gebaseerd op het behalen van de VLAREM richtwaarde 35 dB 's nachts in 'categorie 4 woongebieden'. Theoretisch vermindert het geluidsniveau van puntbronnen met 6 dB bij een verdubbeling van de afstand (starten bij 1m afstand). VLAREM geluidsnormen blijven onverminderd van toepassing voor ingedeelde inrichtingen (installaties vanaf 5kW). Enkelvoudige scheidingsmuur Een muur uit één enkel blad dat de vloeren en daken van de beide aanpalende gebouwen draagt. Erkende onderwijsinstelling Een door de Vlaamse Gemeenschap erkende onderwijsinstelling voor basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs, centra voor volwassenenonderwijs en/of centra voor basiseducatie. Fietsparkeerplaats Plaats bestemd om een fiets te parkeren. Fietsverankeringssysteem Niet-overdekte, niet-afgesloten, verankerde fietsparkeerplaats. Garage Parkeerplaats voor auto's die regen- en winddicht is. Gelijkvloers Onderste bouwlaag van een gebouw, gelegen boven de pas van het maaiveld. Gemengd Gebouw Gebouw waarin meerdere hoofdfuncties ondergebracht zijn. Gesloten horecaconstructie Een terras met overdekte constructie waarvan de terraselementen tot één constructief geheel zijn samengevoegd, dat als uitbreiding van de aanpalende horecazaak dient, al dan niet met verhoogde vloer, en dat volledig afgesloten kan worden. Gevel Buitenmuur van een gebouw met uitzondering van de scheimuur Gevelbreedte Breedte van de voorgevel gemeten in een horizontale rechte lijn tussen de twee hoeken gevormd door de voorgevel en de zijgevel(s)/as van de scheidingsmu(u)r(en). De gevelbreedte van een hoekgebouw wordt per straat afzonderlijk gemeten. Gevelvlak Buitenzijde van de gevel, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten. Groendak Een dak waar het water wordt opgeslagen onder of in de afwerkingslaag en waarbij de afwerkingslaag uit een vegetatielaag bestaat. Groene ruimte Onverharde, waterdoorlatende, onbebouwde en begroeide oppervlakte. Grootschalige projecten Met grootschalige projecten wordt bedoeld:
Horeca Verzamelnaam voor de functiecategorieën verblijfsrecreatie (hotel) en restaurant, café (met uitsluiting van dancing). Horecaterras Een (deel van de openbare) ruimte die privatief in gebruik wordt genomen door een horecazaak om dranken en voedingswaren te consumeren. Het kan de vorm aannemen van een eilandterras of een gevelterras. Hospitawonen Een woonvorm waarbij de eigenaar of vruchtgebruiker van een zelfstandige woongelegenheid, waar hij gedomicilieerd is, maximaal 2 slaapkamers verhuurt aan een student. de student deelt alle ruimtes met de eigenaar of vruchtgebruiker, met uitzondering van de slaapkamer en een eventuele private studeerruimte. De student neemt zijn intrek in de woning zonder dat er verbouwingswerken worden uitgevoerd. Er verblijft maximaal één student per slaapkamer. Insprong Terugspringend bouwdeel ten opzichte van het gevelvlak of dakvlak. Kelder Ruimte die volledig of gedeeltelijk onder het maaiveld ligt tussen de fundering en het gelijkvloers. Kroonlijsthoogte Hoogte van een gebouw die gemeten wordt van het maaiveld tot de bovenkant van de deksteen of kroonlijst. Kroonprojectie De loodrechte projectie van de kruin van volgroeide hoogstammige bomen op de bodem. Large boom Boom die in volwassen vorm een hoogte heeft van meer dan 11 meter tot ca. 35 meter en - al dan niet na opkronen - een takvrije stamlengte heeft tussen 4,5 tot 7 meter. Levende afsluiting Haag of begroeide draadafsluiting. Maaiveld Bovenvlak van huidig of toekomstig bouwterrein. Meergezinsgebouw Gebouw waarin minimum twee woningen zijn ondergebracht. (kamer en/of zelfstandige woongelegenheid). Mezzanine Tussenvloer naast een vide. De tussenvloer is een vaste constructie en heeft een oppervlakte die kleiner is dan de oppervlakte van de ruimte waarin ze geplaatst is. Netto-vloeroppervlakte (NVO) De netto vloeroppervlakte is de vloeroppervlakte gemeten tussen de begrenzende bouwdelen. Ze wordt berekend als het verschil van de bruto-vloeroppervlakte en de constructieoppervlakte.
Niet tot de netto vloeroppervlakte behoren: Niet bewoonbare kelder Kelder waarvan het vloerniveau lager is dan 1m10 ten opzichte van het maaiveld of waarvan de vrije hoogte kleiner is dan 2m20. Niet-invasieve planten Planten die niet opgenomen zijn op de Unielijst met Invasieve Uitheemse Soorten (IAS) van de Europese Unie. Ontkoppelde scheidingsmuur Een scheidingsmuur die is opgebouwd uit twee of meer afzonderlijke dragende bladen, gescheiden door een luchtspouw of door isolatiemateriaal. Elk blad draagt slechts de vloeren en daken van één gebouw. Open horecaterras Een open terras dat alleen kan bestaan uit terraselementen en overkappingen, al dan niet verankerd. Openbaar domein Alle goederen die toebehoren aan een openbare rechtspersoon en die bestemd zijn voor het algemeen gebruik of voor de openbare dienstverlening. Perceel Stuk grond, al dan niet bebouwd, waaraan aan kadastraal nummer is toegekend. Perceelsgrens De kadastraal vastgelegde grens tussen twee of meerdere percelen. POET-principe Parkeren Op Eigen Terrein-principe. Publiek toegankelijke functie Hiermee wordt bedoeld:
Publieke ruimte Ruimte die publiek toegankelijk is, ongeacht de eigendomssituatie. Retailcluster Zone voor grootschalige detailhandel, gericht op de verkoop van uitzonderlijke goederen en doelgericht winkelen. Die spelers hebben vaak een grotere ruimtebehoefte. Door hun ligging, schaal en hun doelgerichtheid en gespecialiseerd aanbod hebben retailclusters vaak een regionale functie. Er zijn retailclusters in de periferie en er zijn er in woongebied. Deze werden afgebakend in de Beleidsnota Detailhandel en zijn weergegeven op de kaart in bijlage bij de bouwcode. Schadelijke en/of hinderlijke gassen Gassen afkomstig van verwarmings- of verbrandingstoestellen, dampen afkomstig uit horeca-keukens, dampen afkomstig uit industriële wasdrogers, dampen afkomstig uit mechanische ventilatiesystemen en dampen afkomstig uit de verluchting van afvalbergingen. Ook kunnen hier dampen afkomstig zijn uit verluchtingspijpen van rioleringe onder vallen, voor zover de verluchtingspijpen niet afgesloten zijn door een beluchter. Scheidingsmuur Muur die twee eigendommen van elkaar scheidt. Scheidingsmuren kunnen ontkoppeld of enkelvoudig zijn. Septische put Septische putten zorgen voor de voorbehandeling van normaal huishoudelijk afvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen. De septische put is vervaardigd uit beton of kunststof en heeft ten minste twee compartimenten. De verschillende afdelingen van de septische put moeten met elkaar in verbinding gesteld worden d.m.v. in de scheidingsmuren aangebrachte openingen die groot genoeg zijn om beroering in de middenzone ter vermijden. Sorteerstraat Systeem van containers dicht bij de woning waar de bewoner zelf zijn huishoudelijk afval selectief naar toe brengt. Het systeem wordt volgens de technische en stedenbouwkundige richtlijnen van de stad geplaatst op publiek toegankelijk terrein. Het systeem wordt gebruikt onder toezicht en volgens de reglementering van de stad. De bedieningszone van een sorteerstraatje bedraagt 150 meter in loopafstand, gemeten vanaf de voordeur tot de dichtstbijzijnde container. Straatbeeld De verschijningsvorm van het geheel van de gebouwde omgeving die de begrenzing en zicht vormt van een publieke open ruimte. Straatwand De samenvoeging van alle voorgevels tussen twee straathoeken. Studio Een zelfstandige woongelegenheid bestaande uit één verblijfsruimte, die dienst doet als woonkamer, slaapkamer en keuken. Technische installaties Installaties of zelfstandige onderdelen ervan die geen verblijfsfunctie hebben, zuiver utilitair zijn en bijdragen tot de technische werking van het gebouw, zoals HVAC, liften,… Terras Toegankelijke verharde ruimte in openlucht, op of buiten een gebouw, aangelegd als verblijfs- of wandelplaats. Theoretische voetpadbreedte In straten waar geen voetpaden zijn afgebakend, wordt de breedte theoretisch vastgelegd. De breedte wordt dan berekend in de veronderstelling dat in het midden van de straat een rijweg van 4 meter gelegen is. De theoretische voetpadbreedte is dan : (straatbreedte - 4m)/2. Toegelaten bouwvolume Theoretisch bouwvolume waarbinnen een constructie zich moet bevinden. Toekomstboom Dit is een jonge boom die voldoet aan alle voorwaarden om te kunnen uitgroeien tot een generatieboom. Een generatieboom is een boom die meer dan 120 jaar oud kan worden, die met andere woorden meerdere generaties stadsbewoners kan overleven. Om dat te bereiken moet de boom aan voldoen:
Totem Publiciteitsdrager bestaande uit een paal waaraan publiciteitsborden bevestigd zijn/worden. Tuin Niet-openbare ruimte in de openlucht die zich situeert op de begane grond. De tuin kan gelegen zijn aan de voor-, zij- en/of achterkant van het gebouw. Verblijfsruimte Ruimte voor het langdurig verblijven van mensen. Hieronder vallen, zonder limitatief te zijn: leefruimten, keukens, slaapkamers, kamers, kantoor/bureelruimten, onderwijslokalen. Enkele voorbeelden van ruimten die hier niet onder vallen: badkamers, toiletten, handelszaken, restaurants, cafés, ruimten voor industrie en ambacht, bergplaatsen. Verharding Kunstmatig aangelegde grondbedekking (al dan niet door het uitvoeren van constructieve werken) om het weerstandsvermogen van de bodem te vergroten en die mogelijks de waterdoorlaatbaarheid ervan beperkt. Vrije hoogte Netto hoogteverschil tussen de bovenzijde van de afgewerkte vloerpas en de onderkant van het afgewerkt plafond of een dragende balkenstructuur. Waterhoudende leeflaag Het geheel van teelaarde en waterretentiesysteem bedoeld om het aanplanten van hoogstammige bomen mogelijk te maken. Ze heeft een minimale dikte van 1 meter vanaf de bovenzijde van de waterdichting van de ondergrondse bouwlaag. Deze dikte wordt vermeerderd met de dikte van het gekozen waterhoudend systeem. Er moet in deze leeflaag dus minimaal 1m teelaarde worden voorzien in functie van voldoende wortelzone die toelaat om hoogstammige bomen aan te planten met bijkomend een waterretentiesysteem dat toelaat water vast te houden tijdens droge periodes.. Wijkverzorgende commerciële functie Een aanbod van diensten en producten gericht op de dagelijkse noden van de mensen die wonen of werken in een bepaalde wijk en waarbij 10 minuten wandelen als actieradius geldt (dit komt benaderend overeen met 800 meter in vogelvlucht of 1000 meter werkelijke afstand). Winkelarm gebied Gebied bestemd voor KMO's of industriële activiteiten. Woningdelen (duurzaam samenwonen) Woonvorm waarbij maximaal zes personen op informele wijze samenleven. Ze delen alle leefruimtes. Ze onderhouden actief een duurzaam samenlevingsverband en leven samen als gezin. Zelfstandige woongelegenheid Een woning waarin een toilet, een bad of douche en een kookgelegenheid aanwezig is. het gaat om een eengezinswoning, een appartement of studio. Indien één van deze voorzieningen ontbreekt voldoet de woning niet aan deze definitie en betreft het een kamer. Zoneringsplan voor de behandeling van afvalwater Plan opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij dat de ligging van de vier zuiveringszones inzake de zuivering van afvalwater weergeeft. Per zone zijn bepaalde maatregelen opgelegd met betrekking tot waterafvoer. De zones zijn te raadplegen via het geoloket van de Vlaamse Milieumaatschappij. De vier zones zijn:
Voor de volgende begrippen wordt geen definitie voorzien. De definitie van hogere of specifieke regelgeving wordt gehanteerd:
|