Wie wil bouwen en verbouwen in Antwerpen dient zich te houden aan de regelgeving op Vlaams en provinciaal niveau en op Antwerps niveau. Onder andere de bouwcode is hiervan een voorbeeld.
Voor alles met betrekking tot bouwen, verbouwen, restaureren, et cetera is er specifieke regelgeving van kracht op Vlaams en provinciaal niveau. Je vindt hier het overzicht terug.
Lees meer over de procedures en inhoudelijke regels voor vergunningen en meldingen op Vlaams niveau.
Hier vind je het gewestplan, de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP) en provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP).
De Vlaamse gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen gelden in het hele Vlaamse gewest.
Naaste de Vlaamse wetgeving zijn er op stedelijk niveau nog bijkomende regels van kracht. Je vindt hieronder het overzicht.
Op Antwerps grondgebied is er nog een specifieke regelgeving van kracht in de vorm van bijzondere plannen van aanleg (BPA) en ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP). Daarnaast zijn er specifieke verordeningen en beleidsvisies van toepassing.
Opgelet:
Met het Strategisch Ruimteplan Antwerpen (SRA) vernieuwde de stad Antwerpen haar visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met uitzondering van Borsbeek. Het SRA is van kracht vanaf eind juli 2024. Enerzijds geven (ver)nieuw(d)e instrumenten verdere uitwerking van deze visie zoals de Transformatieleidraad, de verordening stedenbouwkundige lasten en de visie over Hoogbouw.
Anderzijds blijven bestaande beleidsvisies behouden zoals deze over kantoren, industrie en logistiek, detailhandel, .... Met de beleidsvisies maakt de stad duidelijk welke richting ze uit wil. Wie een project wil uitrollen in de stad, dient hiermee rekening te houden.
In district Borsbeek is niet het Strategisch Ruimteplan Antwerpen, maar wel het Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Borsbeek van kracht.
De Transformatieleidraad werd op 21 mei 2024 goedgekeurd door de gemeenteraad. De Transformatieleidraad zorgt ervoor dat we de verwachte bevolkingsgroei van de volgende jaren slim kunnen opvangen door te ‘verdichten’ of met andere woorden, kwalitatief de hoogte in te gaan daar waar dat kan, zodat tegelijkertijd zo veel mogelijk openbaar toegankelijk groen gecreëerd wordt. De Transformatieleidraad geeft aan onder welke voorwaarden ergens bijkomend volume kan gebouwd worden. Dat gaat steeds gepaard met bijkomend kwaliteitsvol groen op het ‘maaiveld’. Extra bouwrechten kunnen leiden tot een bijdrage aan het stadsgroenfonds, dat samen met overheidsmiddelen ingezet wordt voor ontharding, aankoop van groenzones en bijkomende vergroening.
De Transformatieleidraad stelt een dialoogmodel voorop tussen de aanvrager, architect en de vergunningverlenende overheid. Hij geeft transparantie over de mogelijkheden die de omgeving biedt bij concrete projecten. De leidraad dient eveneens om toekomstige aanvragen voor een omgevingsvergunning af te toetsen.
Antwerpen zet in op hoogbouw als stedelijke bouwvorm ingebed in de lokale context.
Stad Antwerpen geeft de kans aan verantwoorde hoogbouw om te kunnen groeien als stedelijke bouwvorm. Er worden op voorhand geen locatiebeperkingen opgelegd voor die groei. Er worden dus geen te bewaren zichtlijnen aangeduid, geen voorkeurszones aangeduid en geen zones uitgesloten. Dit laatste kent één uitzondering: de middeleeuwse binnenstad.
Het is de wens van de stad om het stadslandschap in de omgeving van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en de Boerentoren omwille van de historische waarde en de impact op het redezicht te bewaren. De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal blijft er de hoofdrolspeelster. In de middeleeuwse binnenstad is en blijft ze met haar 123 meter het hoogste gebouw. Deze kansen om te groeien zijn geen vrijgeleide voor wildgroei. Zoals voor elk gebouw geldt en voor hoogbouw zeker, is respect voor het bestaande stadslandschap en stadsweefsel cruciaal. Zo zijn aspecten als bereikbaarheidsprofiel, leefbaarheid en draagkracht van de omgeving belangrijke factoren.
Eigen aan het Antwerpse stadslandschap zijn enerzijds de hoogteaccenten die als enkelingen in die delen van de stad staan die voornamelijk uit laagbouw en middelhoogbouw bestaan, zoals in de binnenstad. Anderzijds kent Antwerpen verschillende wijken met een andere morfologie, waar hoogbouw eerder geclusterd voorkomt, zoals het Eilandje, Nieuw Zuid en Europark. Deze eigenheid blijft bewaard. Nieuwe hoge gebouwen tussen de laagbouw en hoogbouw zijn mogelijk als ze als enkelingen worden geplaatst en als dat met respect en op gepaste afstand van de bestaande hoogbouw gebeurt.
Deze vernieuwde visie op hoogbouw gaat uit van maatwerk. Elk ontwerp heeft zijn eigenheid in vorm en materialisatie, zijn eigen relatie met de omgeving. Dit vraagt om een eigen, contextuele afweging, met bijzondere aandacht voor de locatiegeschiktheid, de toekomstgerichtheid van de ontwikkeling, de slankheid van het gebouw, de aanvulling op het stadsbeeld, de rol als oriëntatiepunt en als structurerend element in het stedelijk weefsel, … De milieu-impact van het voorgenomen project mag de draagkracht van zijn omgeving niet overschrijden (lichttoetreding, schaduwval, wind, bereikbaarheid, overstromingsrisico…) en er moet de gezondheid en omgevingskwaliteit kunnen worden gewaarborgd.
De vernieuwde methodiek gaat uit van een efficiëntere procesvoering. Daar waar de locatie- en architecturale geschiktheid van hoogbouw tot voor kort als een eigen en vaak langlopend proces werd gevoerd, wordt ze vanaf nu nog meer geïntegreerd benaderd als onderdeel van milieueffectenrapportages (MER’s) voor plannen en projecten en van MER-screenings.