Het nieuwjaarsfeest van de Imazighen (Berbers) valt op 12 en 13 januari. Die viering is vrij jong, maar wortelt wel in de eeuwenoude Amazigh-cultuur in Noord-Afrika. In landen als Marokko en bij de diaspora in Europa kent het Amazigh-nieuwjaar een opgang. Naast een culturele invulling heeft het voor sommigen ook een activistische inslag.
De Imazighen (enkelvoud: Amazigh), de oorspronkelijke bewoners van Noord-Afrika, zagen hun cultuur en taal aan belang inboeten door de arabisering van de regio. “Ook vandaag is er in Marokko een spanning tussen de Arabische centrale overheid en de Imazighen in het noorden en het zuiden van het land”, vertelt historica Hanane Llouh die zelf Amazigh-roots heeft. “Onder meer omdat de bergachtige gebieden moeilijk toegankelijk zijn, kon de Amazigh-cultuur er vrij goed standhouden. Een land als Tunesië is veel sterker gearabiseerd. In de regio waar mijn familie vandaan komt, spreekt men nog Riffijns, een Amazigh-taal. In ons dorp leeft de cultuur nog zeer sterk, onder meer in poëzie, muziek en de gezangen onder vrouwen en onder mannen.”
“In de jaren 80 van de vorige eeuw kwam er een beweging op gang voor het behoud van de Amazigh-cultuur”, vertelt Hanane. “De Amazigh-identiteit kwam ook sterker op. In Noord-Afrika en zeker in de diaspora kreeg de culturele beleving een activistische inslag. Een eigen jaartelling maakte deel uit van die beweging. Zo ontstond het Amazigh-nieuwjaar. Maar pas sinds dit jaar is het in Marokko een officiële feestdag. Dat kon rekenen op een groot enthousiasme, wat ik heel goed begrijp. Zelf ben ik niet laaiend enthousiast, want het voelt ook wat als de nationalisering van de Amazigh-cultuur. En dat terwijl er nog steeds een structurele ongelijkheid is.”
“Mijn familie kende het Amazigh-nieuwjaar lange tijd niet, in tegenstelling tot de Imazighen in Zuid-Marokko. Zij vieren het al langer met de traditionele couscous met amandelen, vijgen en dadels, en met cadeautjes voor de kinderen. Zelf kwam ik er enkele jaren geleden mee in contact. In de zoektocht naar mijn identiteit kwam ik uit bij het Amazigh-nieuwjaar. Vorig jaar trok ik voor het eerst naar een Amazigh-festival in Nederland, waar het veel harder leeft dan in België. En dit jaar vierden we het Amazigh-nieuwjaar in De Roma, met muziek, maar ook met workshops over geschiedenis of hoe je erfgoed doorgeeft aan jongere generaties.”
“De keuze van 12 en 13 januari als datum is arbitrair, als historica stel ik me er wel vragen bij. Maar deze periode is wel belangrijk in een agrarische samenleving als die van de Imazighen. Eigenlijk is het een agrarisch nieuwjaar, met de dagen die langer worden, de nieuwe hoop, mensen die weer op het land gaan werken. Dat moment wordt gevierd over culturen en regio's heen. De diaspora in Europa leeft natuurlijk niet in een agrarische samenleving. Maar de cultuur blijft voor hen wel belangrijk, zeker de taal. Sommige grootouders kunnen niet meer met hun kleinkinderen communiceren, die spreken geen Amazigh meer. Ze hebben ook nog maar weinig voeling met het land van hun voorouders. Daarom is het zo belangrijk dat je op zo’n feestdag die cultuur deelt, dat is heel waardevol. Voor mij is het Amazigh-nieuwjaar vooral een moment waarop ik samenkom met mensen met wie ik een deel van mijn identiteit deel. We staan er nog met onze taal, ondanks de pogingen om deze cultuur te onderwerpen. Het Amazigh-nieuwjaar verbindt ons, ook hier in Europa, over grenzen heen. Zelf vier ik het niet echt met mijn familie. Maar als ik kinderen had, zou ik het wel doen. Het is een gelegenheid om met hen over die cultuur te spreken.”