2 ONTWIKKELINGSVISIE

 

2.1 Ambitie

De ambitie van de stad met betrekking tot het plangebied is 5-ledig.

ambitie 1: een groen stadsdeel aan het water_ Naar analogie met het Eilandje in het noorden van de stad is het de ambitie dat dit zuidelijk stadsdeel de relatie tussen stad, water en open groene ruimte maximaal versterkt. De site biedt ook opportuniteiten om tegemoet te komen aan het tekort aan open groene ruimte dat momenteel in de omliggende wijken wordt ervaren. Er werd voluit gekozen voor het versterken van ecologische verbindingen op schaal van de stad, maar ook uit het voorzien van een divers aanbod aan open ruimte op schaal van de wijk en buurt.

ambitie 2: een aantrekkelijk en vitaal stadsdeel_ Nieuw Zuid biedt, aansluitend bij de binnenstad, unieke kansen voor een aanzienlijke uitbreiding van de kernstad. Om deze uitbreiding een meerwaarde te laten zijn voor de omliggende wijken en voor de stad als geheel, is een sterk gevarieerde functionele invulling belangrijk.

ambitie 3: een verkeersstructuur op maat_ Nieuw Zuid ligt in de onmiddellijke nabijheid van het zuidelijke aansluitingscomplex van de Antwerpse Ring. Dit biedt kansen qua bereikbaarheid maar vraagt ook de nodige voorzorg voor de wijk zelf. Er werd gekozen om in te zetten op een duurzaam mobiliteitsbeleid, waarbij de aanwezigheid van het station Antwerpen Zuid en een tramontsluiting troeven zijn. Het STOP-principe werkt door in het gebied door in te zetten op een sterk doorwaadbaar weefsel voor voetgangers en fietsers, mogelijkheden voorzien voor uitbreiding van het netwerk van openbaar vervoer en de realisatie van clusterparkings. De inrichting van het openbaar domein met erfontsluitende straten en paden weerspiegelt maximaal deze ambitie. Het RUP anticipeert op de geplande herconfiguratie en compactere organisatie van het aansluitingscomplex van de R1 en een verplaatsing van de Singel (gebundeld met het aansluitingscomplex) waardoor op termijn de huidige Singel anders ingevuld zal kunnen worden.

ambitie 4: een gezonde en ecologische leefomgeving_ Ook in termen van milieukwaliteit (energie- en waterbeheer) en gezondheid (geluidskwaliteit, bezonning) werden doelstellingen en randvoorwaarden geformuleerd. Dit resulteert in de aanleg van een warmtenet, een systeem van wadi’s in de hele wijk en een oordeelkundige inplanting van de gebouwen in functie van geluid en schaduw.

ambitie 5: een flexibele ontwikkelingsstrategie_ Naast een ruimtelijk kader is het vanzelfsprekend ook belangrijk dat het masterplan en het RUP een organisatorisch kader vormen voor de beoogde gefaseerde ontwikkeling.

 

2.2 Globale visie

De globale visie zoals uitgewerkt in het masterplan en doorvertaald in het RUP steunt op drie thema’s die elk op een verschillende schaal spelen.

 

een stedelijk park ‘à pois’_ Een eerste thema beslaat het ruime gebied, van de kaaien tot het station Antwerpen Zuid. Dit concept toont een interessante bemiddeling tussen de logica van de stad en de logica van het landschap. De harde en zachte ruggengraat uit het s-RSA (doorvertaald in Masterplan Scheldekaaien en Visie Groene Singel) zijn beide aanwezig en herkenbaar, maar worden ook op elkaar betrokken binnen een geïntegreerd verhaal van bebouwing en open ruimte. Zo wordt de grote groene ruimte van de zachte ruggengraat tot aan de Schelde gebracht. De ontwikkeling van de randzone met sport- en spelinfrastructuur legt op functioneel vlak de relatie met de nabijgelegen stadswijken Zuid en Brederode.

Een aantal door infrastructuur ingesloten ruimten zullen op termijn toegankelijk worden gemaakt en gaan daardoor ook als stapsteen fungeren in het overbruggen van de afstand tussen de wijken binnen en buiten de Ring. Segmenten van de spaghettiknoop, die vacant worden na de compactering ervan, worden gerecycleerd om voetgangers- en fietsverbindingen door en over deze infrastructuurknoop te leggen. Het geëquipeerd park kan hierdoor, overeenkomstig de Visie Groene Singel, verdergezet worden richting Kielpark en Hobokense Polder.

Het bestaande landschap wordt nadrukkelijk gerecupereerd en opgewaardeerd waar mogelijk. De nieuwe topografie en vegetatie valoriseren de aangetroffen grond- en groenconditie van het semi-natuurlijk rivierduinenlandschap. Er wordt ingezet op natuurbehoud en –ontwikkeling. Ook water is een vormgevend element. Het park wordt doorprikt met natte zones die profiteren van de topografische condities van het terrein en die het park verrijken met natte stapstenen voor fauna en flora. In en aan de rand van de woonwijk worden wadi’s voorzien die deel zijn van de publieke ruimte maar tegelijk ook een technische functie vervullen in de opvang en recuperatie van regenwater. Zo worden ecologische aspecten van bij aanvang meegenomen als insteek voor het ruimtelijk ontwerp.

 

een wijkstructuur van striga’s_ In de uitwerking van de woonwijk komt een tweede thema naar voor, namelijk dat van ‘de striga’ als een concept voor de stedelijke structuur. De striga organiseert de nieuwe wijk met een minimale lineaire rationaliteit. Belangrijk is een oriëntatie die verbinding zoekt tussen de kaaizone en het stedelijk park. De striga is een systeem dat maat en sculptuur verleent aan de bouwstroken en een middel om de dichtheid in de wijk te organiseren. Anderzijds is het systeem ook voldoende flexibel om de overgangen naar het bestaande weefsel op een verzorgde manier op te lossen. In alle richtingen is het weefsel doorwaadbaar. Binnen de structuur van een striga is een grote variatie mogelijk aan woningtypologieën, binnen- en buitenruimtes en private en publieke delen. Lokale voorzieningen zoals een school of sporthal kunnen als een iets grotere korrel mee opgenomen worden in deze lineair georganiseerde bouwvelden. Het uitgangspunt is dat de striga een sociale, intergenerationele en functionele vermenging moet faciliteren.

 

‘innovatieve woonvormen_ Een derde thema situeert zich op schaal van de woning. Onder de noemer ‘groter en goedkoper’ wordt een woningtypologie voorgesteld waarin rond een compacte en geklimatiseerde kern een buitenschil zit die buiten- of semibuitenruimtes huisvest. Hierdoor kan een grotere woonoppervlakte gerealiseerd worden zonder dat de bouw- en onderhoudskosten navenant stijgen. Het uitgangspunt is om duurzaamheid eerste instantie niet zozeer in de technologische hoogstandjes te zoeken, maar in correcte basiskeuzes m.b.t. zonoriëntatie, slagschaduwbeperking, compactheid en clustering, etc.

 

 [image]

Masterplan Nieuw Zuid : overzicht (Masterplan Nieuw Zuid Secchi-Viganò)

 

 [image]

Masterplan Nieuw Zuid : projectgebied Nieuw Zuid (Masterplan Nieuw Zuid Secchi-Viganò)

 

 [image]

Figuur: Maquette Masterplan Secchi-Viganò

 

 

 

2.3 Specifieke kwaliteitsaspecten

 

2.3.1 Waterbeheer

Het principe van het waterbeheer in de wijk Nieuw Zuid is een (hemel)waterneutraal project. Dit betekent dat hemelwater maximaal hergebruikt, gebufferd en geïnfiltreerd wordt en slechts in extreme omstandigheden naar de riolering wordt gestuurd.

Per striga wordt een lange wadi langs de paden voorzien die berekend is op een terugkeer tijd van twee maal per jaar. De wadi’s vangen al het water op van verharde publieke ruimte en al de daken van de woningen(in zoverre dit water niet hergebruikt wordt of gebufferd op een groendak). Indien de wadis’s overstromen, wordt het water naar een grote wadi in het wadipark gestuurd om ter plaatse gebufferd te worden.

 [image]

Systeem van wadi’s

 

2.3.2 Dichtheid en woonkwaliteit

De beoogde stedelijke dichtheid gaat samen met de voortzetting van het bestaand bebouwde weefsel langs de Kaaien, de inrichting van open ruimtes en het bieden van zichten o het landschap. Op deze manier wordt desondanks een stedelijke dichtheid woonkwaliteit gegarandeerd.

De maximale bovengrondse bruto vloeroppervlakte (exclusief bigger&cheaper) per striga bedraagt:

  • striga 0 : 18922 m²

  • striga 1 : 48211 m²

  • striga 2 : 47837 m²

  • striga 3 : 49792 m²

  • striga 4 : 65008 m²

  • striga 5 : 45074 m²

  • striga 6 : 55549 m²

  • striga 7 : 33534 m²

De wijk wordt geconcipieerd op een manier dat elke woning beschikt over bepaalde kwaliteiten: goede lichtinval, minstens uitzicht op een panorama en minstens één private of collectieve buitenruimte die groot genoeg is om bepaalde activiteiten te organiseren.

De diepte van de gebouwen is gerelateerd aan de functie die het gebouw huisvest en het al dan niet hebben van één of meerdere panorama’s (zicht op de Schelde en het Kaaienpark, de groen ingerichte open ruimtes in de wijk, het wadipark of een open uitzicht vanuit een toren).

Voor gebouwen met een residentiële invulling met een panorama aan weerszijde is de diepte beperkt tot maximum 16 meter. Voor gebouwen met een residentiële invulling met een panorama aan één zijde is de diepte beperkt tot maximum 14 meter.

 [image]

Schematische weergave verhouding panorama’s en bouwdiepte en afstandsbepalingen in relatie tot bezonning

 

 [image]

Schematische weergave zichthoek panorama

 

2.3.3 Hoogbouw

De torens krijgen een vasts positie in de wijk. Ze worden verspreid geplaatst zodat ze elkaar niet beïnvloeden qua licht en zichten. Er wordt één toren per striga voorzien en de torens worden ingewerkt in de laagbouw in functie van de integratie in de wijk.

 [image]

Schematische weergave integratie hoogbouw in blokken en balken

 

 [image]

Inplanting hoogbouw in de wijk

 

 [image]

accumulatieve schaduw per uur

zone met meer dan 2 uur beschaduwing door toren

 

 

2.3.4 Aanbod publieke ruimte

Het plangebied heeft wat publieke (groene) ruimte betreft een functie te vervullen voor de bewoners van de wijk maar ook voor de bewoners van de wijken Zuid en Brederode, omdat in die wijken onvoldoende groene ruimte aanwezig is.

Concreet wordt volgende voorzien:

  • Projectgebied Nieuw Zuid: minimaal 5 ha aan samenhangende ‘formele’ publieke groene ruimte

  • Kaaizone: conform visie Scheldekaaien realisatie van een lineair park waarbinnen beperkte bebouwing mogelijk is.

  • Rest van het plangebied (masterplan): minimaal 10 ha aan samenhangende ‘formele’ publieke groene ruimte die als wijkpark kan fungeren voor bewoners van de nieuwe wijk evenals voor de bewoners van de bestaande wijken Zuid en Brederode.

 

2.3.5 Verkeersstructuur

Voor de ontwikkeling van de wijk Nieuw Zuid wordt het ritme van de Kaaien gevolgd. Dit betekent dat de wijk in eerst instantie bereikbaar is vanaf de Kaaien. Een secundaire toegang blijft mogelijk via de Gedempte Zuiderdokken.

De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer gebeurt via een netwerk van erfontsluitende straten haaks op de Schelde die aantakken op de Kaaien en de zogenaamde ‘Binnenstraat’ die parallel aan de Kaaien ligt.

Bijkomend zijn er twee paden parallen aan de Kaaien die instaan die een erfontsluitende functie hebben (enkel voor langzaam verkeer) en het netwerk voor langzaam verkeer aanvullen.

 [image] [image]

Schematische weergave netwerk circulatie

 

Parkeren wordt geclusterd en inpandig georganiseerd. De maximale wandelafstand van de cluster naar de individuele woningen bedraagt maximum 70 meter.

 

2.3.6 Afvalbeheer

Afvalbeheer gebeurt met sorteerstraten waar telkens groepen van 5 afvalsorteercontainers worden geclusterd.

 

2.3.7 Energiebeheer

De energieambitie van de wijk ligt in de lijn met de energieambitie van Antwerpen om tegen 2020 20% minder CO2 uit te stoten en CO2-neutraal te zijn tegen 2050.

De aanleg van een warmtenet is een essentiële infrastructuur om de CO2-neutraliteit te realiseren. Het warmtenetwerk (inclusief productie-eenheid) wordt gerealiseerd onder regie van de stad Antwerpen. De opwekking van hernieuwbare energie is een gedeelde verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar (zonnepanelen), stad Antwerpen en de energieleverancier (windturbine).

 [image]

 [image]

Energiebeheer

 

 

2.3.8 Akoestiek en luchtkwaliteit

De meeste locaties in de wijk hebben een goed akoestisch klimaat. Op andere plekken kan de situatie verbeterd worden. Bepaalde ingrepen kunnen de locale geluidsoverlast beperken. Deze maatregelen moeten geïntegreerd worden in een project en mogen niet geïsoleerd staan. In geen geval mogen ze de ontwikkeling van Nieuw Zuid belemmeren. Het gaat om snelheidsbeperking op de verlengde Leien, taluds in het wadipark, schermen of andere akoestische filters langs de snelweg. Ook bijkomende isolatie van de gevel kan bijdragen.

Luchtkwaliteit en akoestiek hangt nauw samen. Taluds en schermen voor akoestische redenen kunnen gecombineerd worden met de aanplant van vegetatie en op die manier bijdragen.

 

 [image]

Geluidsbronnen en mogelijke maatregelen in functie van verbetering akoestiek

 

2.4 Specifiek bijkomend ontwerpmatig onderzoek

Na de afronding van het Masterplan Nieuw Zuid werd door het team ontwerpend onderzoek in samenspraak met de betrokken stadsdiensten bijkomend ontwerpmatig onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor herconfiguratie van het bouwblok ten oosten van de Jan Van Gentstraat. Immers dit bouwblok ligt op een strategische plek op de grens tussen Zuid en Nieuw Zuid en kan continuïteit scheppen tussen de openbare ruimte van de Bolivarplaats en de nieuwe wijk en wadipark. De ontwerpopgave betrof een integrale oplossing voor de bestaande (tijdelijk vergunde) parking, de herlocatie van het tankstation, een herbestemming voor de site van de Zilion en de realisatie van een kwalitatieve schakel tussen de wijk Zuid, justitiepaleis en het nieuwe park.

Drie concepten werden weerhouden voor afweging en rekening houdend met de ruimtelijke kwaliteit van het binnengebied van het nieuwe bouwblok en de aansluiting met de Bolivarplaats werd gekozen voor een doorvertaling van concept 2 in het RUP.

 

 [image]

Ontwerpmatig onderzoek bouwblok Jan Van Genstraat : concept 0

 

 [image]

Ontwerpmatig onderzoek bouwblok Jan Van Genstraat : concept 1

 

 [image]

Ontwerpmatig onderzoek bouwblok Jan Van Genstraat : concept 2

 

 

2.5 Thematische motivering parkeermogelijkheden binnen het plangebied

Het gemeenteraad keurde op 28 april 2014 de nieuwe bouwcode goed. Deze wordt hieropvolgend ter goedkeuring voorgelegd aan de provincie Antwerpen. In de bouwcode wordt onder het hoofdstuk mobiliteit het minimum aantal te voorziene stalplaatsen en parkeerplaatsen voor fietsers en auto's bepaald, alsook de toepassingsregels en de inrichtingsprincipes.

 

2.5.1 Parkeermogelijkheden Scheldekaaien

Het RUP voorziet in de mogelijkheid om ondergronds parkeercapaciteit te voorzien in de zone voor publiek domein Pu1. Het opzet is niet het creëren van bijkomende plaatsen maar om een herinrichting van de integrale kaaizone, inclusief het verschuiven van de bestaande parkeercapaciteit, niet te hypothekeren. Omdat dit RUP niet de integrale kaaizone omvat, kan een gesloten balans voor de integrale kaaizone evenwel niet opgelegd worden.

De keuze om betreffend deel van de kaaien op te nemen in het plangebied komt voort uit het belang van deze zone voor de ontwikkeling van Nieuw Zuid en de relatie van de woonwijk met de Schelde.

 

 

2.5.2 Parkeermogelijkheden justitiepaleis en bouwblok Jan Van Gentstraat : algemeen

Het justitiepaleis zelf beschikt niet over voldoende parkeerplaatsen om de eigen parkeerbehoefte op te vangen. Het werd in 2006 geopend en bevat een ondergrondse parkeergarage van circa 266 parkeerplaatsen. Om de parkeerdruk op te vangen werd een tijdelijke parking naast het gebouw aangelegd (eerste vergunning 1 april 2006). Een tweede tijdelijke vergunning werd in tussentijd bekomen (tweede vergunning tot 31 maart 2016).

Vandaag heeft het justitiepaleis nog steeds een reële parkeerbehoefte. Deze kan niet op het openbaar domein worden opgevangen.

Volgens tellingen, uitgevoerd in kader van de opmaak van de Parkeerplanologische studie Kernstad, kennen de zones Brederodestraat en Gedempte Zuiderdokken een hoge bezettingsgraad van parkeren op het openbaar domein (straten, gedempte zuiderdokken):

  • zone Brederodestraat: bezettingsgraad van 89% en meer tijdens een weekdag;

  • zone Gedempte Zuiderdokken: bezettingsgraad van 60% tot 70% tijdens een weekdag met een piekbezetting van meer dan 90% ’s avonds.

Het opheffen van de tijdelijke parking zou een problematische verhoging van de parkeerdruk op straat betekenen met overbezetting als gevolg.

Om de parkeerbehoefte op te vangen wordt geopteerd om de bovengrondse tijdelijke parking te bestendigen als overgangsmaatregel. Het RUP voorziet immers in een ondergrondse herlocatie van de bestaande tijdelijk vergunde parking in de zone Ce2 (200-tal parkeerplaatsen/laag) als onderdeel van de (her)ontwikkeling van het bouwblok met tankstation gelegen aan de Jan van Gentstraat. In afwachting van deze ontwikkeling laat het RUP de tijdelijk vergunde parking (350 parkeerplaatsen) op de circa huidige locatie aan het justitiepaleis (zone Gr1) toe.

Op termijn kan in zone Gr1 een ondergrondse parking als uitbreiding van een ondergrondse parking in zone Ce2 mogelijk te maken , binnen de contour van de huidige parking en mits gronddekking van 3 meter.

 

2.5.3 Parkeermogelijkheden justitiepaleis en bouwblok Jan van Gentstraat : alternatievenonderzoek

In kader van het Masterplan Scheldekaaien en de realisatie ervan werd een haalbaarheidstudie voor de bouw en exploitatie van een ondergrondse parking uitgevoerd. Dit resulteerde in financieel onhaalbare voorstellen die de stad ertoe verplichtten een nieuw scenario uit te werken.

Hierbij worden alternatieve parkeervoorzieningen voor het Zuid en omgeving, zowel op korte als op lange termijn en binnen het huidige parkeeraanbod, onderzocht.

Opnieuw zal de haalbaarheid van de nieuw te bouwen parkings (Scheldekaaien en Gedempte Zuiderdokken) bij de marktspelers worden getoetst. Een nieuwe parking ter hoogte van de Van der Sweepstraat/Gedempte Zuiderdokken vormt samen met een nieuwe parking onder het te (her)ontwikkelen bouwblok aan de Jan van Gentstraat een reëel alternatief voor de huidige tijdelijk vergunde parking. Het marktonderzoek zal weldra principieel worden ingeleid bij het stadsbestuur, waardoor het vandaag niet mogelijk is om hier een timing op te zetten. In afwachting van een alternatief is het behoud van de tijdelijk vergunde parking noodzakelijk.

 

2.5.4 Parkeermogelijkheden justitiepaleis en bouwblok Jan van Gentstraat : reële parkeerbehoeften

Bij een vergunningsaanvraag wordt het aantal voorziene stal- en parkeerplaatsen getoetst aan de (nieuwe) bouwcode. Voor een gerechtshof zijn er geen normen opgenomen. Het aantal plaatsen is ‘op maat’ te bepalen.

Voor het aandeel kantoorruimten in het justitiepaleis (bij benadering ca. 36.000 m², 3 bouwlagen, beschikbare informatie webstek Regie der Gebouwen) zou wel een berekening kunnen worden gemaakt volgens de normen in de bouwcode, hoewel het aandeel bezoekers (5% inbegrepen in norm) hier onderschat wordt. Het aantal benodigde parkeerplaatsen komt zo op 360:

Justitiepaleis

oppervlakte

m² bvo kantoorruimten

norm (kantoor in stationsomgeving)

min. aantal te voorziene parkeerplaatsen

3 kantoorlagen

78.000 m² (5 bovengrondse bouwlagen en 1 ondergrondse bouwlaag)

 

36.000 m² (indien ondergrondse laag mee in totale oppervlakte) of 46.800 m² (indien ondergrondse laag niet mee in totale oppervlakte)

1/100 m² bvo

 

1/100 m² bvo

 

360 pp

 

468 pp

 

 

Vertrekkende van het huidige aantal parkeerplaatsen (266 ondergronds + 360 tijdelijke circa circa parking = 626 parkeerplaatsen) bekomen we een parkeernorm van 0,8 circa parkeerplaatsen/100 m² bruto vloeroppervlakte.
Een vergelijking met andere gerechtshoven (volgens beschikbare informatie webstek Regie der Gebouwen) levert een gelijkaardige parkeernorm op:

justitiepaleis (afstand tot station)

oppervlakte

aantal parkeerplaatsen

norm

Antwerpen (800 m)

78.000 m²

266+360=626

circa 0,8 pp/100 m²

Luik - uitbreiding (350 m)

 

344

circa 0,85 pp/100 m²

Hasselt (500 m)

25.457 m²

219 (zonder P station)

circa 0,85 pp/100 m²

Kortrijk (800 m)

12.741 m²

40 (?)

circa 0

 

De capaciteit van de bestaande tijdelijk vergunde parking (betalend parkeren) is 350 plaatsen (volgens telling mei 2013: 345 plaatsen + 15 mindervalide plaatsen).
Volgens een laatste telling (mei 2013) heeft de bestaande tijdelijk vergunde parking tijdens de voormiddag op weekdagen een piekbezettingsgraad van 85% (295 plaatsen). Vooral tijdens de week en gedurende de voormiddag is de parking goed bezet:

 

bezetting

telronde 1 (9.00 u)

telronde 2 (11.00 u)

telronde 3 (14. 00 u)

telronde 4 (16.00 u)

telronde 5 (19.00 u)

dinsdag 21 mei 2013

240

213

150

92

30

donderdag 23 mei 2013

295

272

136

93

39

zaterdag 25 mei 2013

34

42

73

127

176

zondag 26 mei 2013

60

62

106

200

171

 

Ten behoeve van de (her)ontwikkeling van het bouwblok aan de Jan van Gentstraat wordt in het RUP (zone Ce2) een gemengde ontwikkeling mogelijk gemaakt. Het voorlopige programma levert een parkeerbehoefte (volgens normen nieuwe bouwcode – april 2014) op van:

functie

grootte

parkeernorm

min aantal te voorziene stal- en parkeerplaatsen

hotel

150 kamers

op maat

75

kantoren

2.272 m²

1pp/100 m²

23

wonen

60 eenheden aan 120 m²/eenheid

1,35/wooneenheid

81

tankstation

600 m²

op maat

5

totaal

184

 

Het aantal parkeerplaatsen kan geoptimaliseerd worden door dubbelgebruik van een aantal parkeerplaatsen tussen de functie wonen (60% aanwezigheidsgraad op werkdag) en kantoren (100% aanwezigheidsgraad op werkdag). Het minimum aantal te voorziene stal- en parkeerplaatsen bedraagt dan 162.

Onder het toegelaten bouwvolume kan volgens de eerste schetsen een ondergrondse parking voorzien worden van 135 stal- en parkeerplaatsen per laag. Onder de zone voor Pu2 kan circa bijkomend een ondergrondse parkeergarage van 63 plaatsen per laag voorzien worden. Indien circa onder het gebouw als onder het plein (mits voldoende gronddekking) 2 lagen worden voorzien, kunnen hier 396 plaatsen gerealiseerd worden.

In functie van een kostenrealistische ontwikkeling van deze zone (2 ondergrondse parkeerlagen) wordt gekozen voor een ondergrondse uitbreiding van deze parking in de zone voor groen Gr1, op voorwaarde dat deze uitbreiding binnen de contour van de bovengrondse tijdelijke parking in de zone Gr1 blijft en mits een gronddekking van 3 meter. Binnen deze zone kunnen volgens de eerste schetsen maximaal 210 plaatsen gerealiseerd worden (parkeergarage op niveau -2). Samen geeft dit een parkeercapaciteit van 606 plaatsen.