2.2 Globale visie

De globale visie zoals uitgewerkt in het masterplan en doorvertaald in het RUP steunt op drie thema’s die elk op een verschillende schaal spelen.

 

een stedelijk park ‘à pois’_ Een eerste thema beslaat het ruime gebied, van de kaaien tot het station Antwerpen Zuid. Dit concept toont een interessante bemiddeling tussen de logica van de stad en de logica van het landschap. De harde en zachte ruggengraat uit het s-RSA (doorvertaald in Masterplan Scheldekaaien en Visie Groene Singel) zijn beide aanwezig en herkenbaar, maar worden ook op elkaar betrokken binnen een geïntegreerd verhaal van bebouwing en open ruimte. Zo wordt de grote groene ruimte van de zachte ruggengraat tot aan de Schelde gebracht. De ontwikkeling van de randzone met sport- en spelinfrastructuur legt op functioneel vlak de relatie met de nabijgelegen stadswijken Zuid en Brederode.

Een aantal door infrastructuur ingesloten ruimten zullen op termijn toegankelijk worden gemaakt en gaan daardoor ook als stapsteen fungeren in het overbruggen van de afstand tussen de wijken binnen en buiten de Ring. Segmenten van de spaghettiknoop, die vacant worden na de compactering ervan, worden gerecycleerd om voetgangers- en fietsverbindingen door en over deze infrastructuurknoop te leggen. Het geëquipeerd park kan hierdoor, overeenkomstig de Visie Groene Singel, verdergezet worden richting Kielpark en Hobokense Polder.

Het bestaande landschap wordt nadrukkelijk gerecupereerd en opgewaardeerd waar mogelijk. De nieuwe topografie en vegetatie valoriseren de aangetroffen grond- en groenconditie van het semi-natuurlijk rivierduinenlandschap. Er wordt ingezet op natuurbehoud en –ontwikkeling. Ook water is een vormgevend element. Het park wordt doorprikt met natte zones die profiteren van de topografische condities van het terrein en die het park verrijken met natte stapstenen voor fauna en flora. In en aan de rand van de woonwijk worden wadi’s voorzien die deel zijn van de publieke ruimte maar tegelijk ook een technische functie vervullen in de opvang en recuperatie van regenwater. Zo worden ecologische aspecten van bij aanvang meegenomen als insteek voor het ruimtelijk ontwerp.

 

een wijkstructuur van striga’s_ In de uitwerking van de woonwijk komt een tweede thema naar voor, namelijk dat van ‘de striga’ als een concept voor de stedelijke structuur. De striga organiseert de nieuwe wijk met een minimale lineaire rationaliteit. Belangrijk is een oriëntatie die verbinding zoekt tussen de kaaizone en het stedelijk park. De striga is een systeem dat maat en sculptuur verleent aan de bouwstroken en een middel om de dichtheid in de wijk te organiseren. Anderzijds is het systeem ook voldoende flexibel om de overgangen naar het bestaande weefsel op een verzorgde manier op te lossen. In alle richtingen is het weefsel doorwaadbaar. Binnen de structuur van een striga is een grote variatie mogelijk aan woningtypologieën, binnen- en buitenruimtes en private en publieke delen. Lokale voorzieningen zoals een school of sporthal kunnen als een iets grotere korrel mee opgenomen worden in deze lineair georganiseerde bouwvelden. Het uitgangspunt is dat de striga een sociale, intergenerationele en functionele vermenging moet faciliteren.

 

‘innovatieve woonvormen_ Een derde thema situeert zich op schaal van de woning. Onder de noemer ‘groter en goedkoper’ wordt een woningtypologie voorgesteld waarin rond een compacte en geklimatiseerde kern een buitenschil zit die buiten- of semibuitenruimtes huisvest. Hierdoor kan een grotere woonoppervlakte gerealiseerd worden zonder dat de bouw- en onderhoudskosten navenant stijgen. Het uitgangspunt is om duurzaamheid eerste instantie niet zozeer in de technologische hoogstandjes te zoeken, maar in correcte basiskeuzes m.b.t. zonoriëntatie, slagschaduwbeperking, compactheid en clustering, etc.

 

 [image]

Masterplan Nieuw Zuid : overzicht (Masterplan Nieuw Zuid Secchi-Viganò)

 

 [image]

Masterplan Nieuw Zuid : projectgebied Nieuw Zuid (Masterplan Nieuw Zuid Secchi-Viganò)

 

 [image]

Figuur: Maquette Masterplan Secchi-Viganò