3 VOORSCHRIFTEN

 

3.1 Opzet van het RUP

Met voorliggend RUP wordt een juridisch kader gecreëerd om het Masterplan Nieuw Zuid door te laten werken in het vergunningenbeleid.

 

3.2 Opzet voor de voorschriften

In het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wordt de gewenste bestemming, inrichting en/of beheer gebiedsgericht vastgelegd. De voorschriften hebben een verordenend karakter, dit wil zeggen dat ze de juridische basis vormen voor het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen.

De stedenbouwkundige krachtlijnen worden doorvertaald in het RUP. Het RUP is een evenwichtsoefening tussen het vastleggen van bepalingen om de kwaliteit te garanderen en het inbouwen van vrijheden om het inspelen op toekomstige noden en behoeften mogelijk te houden.

 

3.3 Zonering en opbouw RUP

In het RUP zijn algemene voorschriften van toepassing evenals bijzondere gebiedsspecifieke voorschriften voor 7 bestemmingszones: centrumfuncties (Ce1, Ce2 en Ce3), groen (Gr1) en publieke ruimte (Pu1 en Pu2).

Onderstaand worden bijkomende verduidelijkingen gegeven bij de stedenbouwkundige voorschriften. Bepaalde artikels zijn vanzelfsprekend – hiervoor is geen bijkomende toelichting nodig en in betreffend geval wordt enkel de titel vermeld.

 

3.3.1 Algemene voorschriften

De algemene voorschriften behelzen een aantal overkoepelende bepalingen.

Specifiek voor bestaande in hoofdzaak vergunde en vergund geachte niet-verkrotte gebouwen en werken van algemeen belang zijn zonegrensoverschrijdende bepalingen opgenomen.

Verder zijn er meerdere voorschriften die de duurzaamheidsprincipes uit het masterplan doorvertalen. Meer bepaald aangaande:

  • warmtenet

  • duurzame stedenbouw

  • duurzaam bouwen

  • akoestische maatregelen

  • hoogbouw

Tot slot bevat dit hoofdstuk de gehanteerde definities. De definities van de begrippen zijn deze zoals algemeen toegepast door de stad Antwerpen mits de nodige dossierspecifieke aanvullingen.

 

3.3.2 Bijzondere voorschriften

 

  • artikel 1: Zone voor centrumfuncties (Ce1)

De stedenbouwkundige voorschriften zijn opgevat als doorvertaling van, de essentiële regels uit het masterplan Nieuw Zuid om het gewenste kwaliteitsniveau te halen.

Het opzet van de voorschriften vertrekt van de striga als ordenend principe. Aspecten met betrekking tot ontsluiting, bebouwingen de onbebouwde ruimte worden vastgelegd op een manier die voldoende flexibiliteit toelaat om in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen.

 

  • artikel 2: Zone voor centrumfuncties (Ce2)

De stedenbouwkundige voorschriften voor deze zone zijn afgestemd op de krijtlijnen voor deze zone uit het RUP Binnenstad en zijn bijkomend een doorvertaling van de keuzes die in het kader van het masterplan voor dit bouwblok en de onmiddellijke omgeving werden gemaakt en van het bijkomend ontwerpmatig onderzoek voor dit bouwblok.

De bestaande (tijdelijk vergunde) parking van het justitiepaleis ligt deels in deze zone. Het RUP laat tijdelijk behoud van deze parking toe in afwachting van een definitieve oplossing. Dergelijk alternatief kan bestaan uit een ondergrondse parking onder het bouwblok of inpandige parking geïntegreerd in het bouwblok, kan deel uitmaken van een integrale herinrichting van de gedempte Zuiderdokken of een andere oplossing. Omdat er nog geen keuze werd gemaakt over de definitieve oplossing, wordt gekozen om in dit RUP mogelijkheid tot behoud van de bestaande parking op te nemen in afwachting van een definitieve oplossing in of onder het bouwblok.

 

  • artikel 3: Zone voor centrumfuncties (Ce3)

Dit artikel behelst voorschriften voor het bouwblok dat oorspronkelijk in BPA 64 vervat zat en laat aanvullende aan herbouw van de bestaande bebouwing de realisatie van een klassiek gesloten bouwblok toe.

 

  • artikel 4: Zone voor groen – Wadipark (Gr1)

De stedenbouwkundige voorschriften voor het Wadipark garanderen dat dit deel van het huidig woongebied onbebouwd blijft en als park ingericht en in gebruik genomen zal worden. Verder anticiperen de voorschriften op de keuzes uit het masterplan om het park in te zetten in het systeem om hemelwater uit het projectgebied (Ce1) ter plaats te laten infiltreren via een netwerk van wadi’s en om eventuele akoestische maatregelen te integreren in het parkontwerp.

Het RUP voorziet in de mogelijkheid tot behoud van de bestaande (tijdelijk vergunde) parking op maaiveldniveau en als definitieve oplossing de mogelijkheid om ter plaatse een ondergrondse parking te realiseren als onderdeel van een ondergrondse parking onder het bouwblok ‘Jan Van Gentstraat’. Een minimale gronddekking van 3 meter moet integratie van de ondergrondse parking in het parkontwerp garanderen.

In het park is bebouwing slechts in zeer beperkte mate mogelijk en enkel voor functies die het park ondersteunen en niet in de woonwijk thuishoren. Voor de paviljoenen worden afstandsregels ten aanzien van de zonegrens opgelegd zodat de toegelaten bebouwing geen uitbreiding van de woonwijk vormt maar effectief in het park wordt geïntegreerd. Het RUP voorziet verder in de mogelijkheid om een warmtecentrale te bouwen. Het is de bedoeling dat dit gebouw als symbool voor duurzame energie zichtbaar is en eventueel uitgebouwd kan worden met een bezoekerscentrum.

 

  • artikel 5: Zone voor publiek domein (Pu1)

Dit artikel is afgestemd op de geplande heraanleg van de kaaien.

 

  • artikel 6: Zone voor publiek domein (Pu2)

Deze zone en bijhorend artikel omvat de wegenis buiten het projectgebied Nieuw Zuid en de Kaaien.

 

3.4 Op te heffen voorschriften

Bij de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, worden de bestemmingen en de bijhorende voorschriften van het gewestplan, het BPA Antwerpen Zuid aan de Leien en het RUP Binnenstad, die binnen de begrenzing van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de bestemmingsvoorschriften van het RUP Nieuw Zuid.

 

De voorschriften vullen de stedenbouwkundige verordeningen van de stad Antwerpen aan. De voorschriften van de verordeningen zijn onverminderd van kracht. Indien er een strijdigheid is met de voorschriften van dit RUP, primeren de voorschriften van het RUP.

 

3.4.1 Gewestplan Antwerpen

 

Volgende voorschriften van het gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB 03/10/1979 en latere wijzigingen) worden door de opmaak van het RUP opgeheven:

  • BVR 28 oktober 1998 Artikel 6. Oeverstrook met bijzondere bestemming : Het gebied dat als "oeverstrook met bijzondere bestemming" is aangeduid, is bestemd voor de heraanleg van de kaaien : buurtrecreatie alsmede toeristische en havenactiviteiten kunnen er samengaan ; alleen werken en handelingen die daarmee verband houden zijn er toegelaten.

  • KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen art. 5. 1.0. De woongebieden: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

  • BVR 7 juli 2000 (aanvullende voorschriften) artikel 1, paragraaf 1 punt 2 (bruinomrand, cfr binnenstad) bijzondere voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen: Voor het optrekken van gebouwen gelegen in de volgende woongebieden, gelden de hierna vermelde bijzondere voorschriften:
    1° in het stadscentrum van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad begrensd door de Leien;
    2° in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring;
    3° in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem;
    4° in de woongebieden die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het romeinse cijfer III overdrukt zijn;
    5° in de woongebieden die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het romeinse cijfer II overdrukt zijn.
    In deze gebieden wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
    1° de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
    2° de eigen aard van de hierboven vermelde gebieden;
    3° de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

  • KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen art. 14. 4.5. Bufferzones : De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden.

 

3.4.2 BPA Antwerpen Zuid aan de Leien

 

Volgende voorschriften van het BPA Antwerpen Zuid aan de Leien worden door de opmaak van het RUP opgeheven (integrale versie : zie bijlage):

  • Art 1 bestemmingsvoorschriften

  • Art 2 bebouwingsvoorschriften

 

3.4.3 RUP Binnenstad

 

Volgende voorschriften van het RUP Binnenstad worden door de opmaak van het RUP opgeheven (integrale versie : zie bijlage):

  • 1. Inleidende voorschriften

  • 2. Algemene voorschriften

  • Artikel 6: Zone voor centrumfuncties - Stedelijke functies (Ce6)
    6.1 Bestemming
    De volgende functies zijn toegelaten:

  • Wonen is toegelaten

  • Detailhandel is op het gelijkvloers toegelaten

  • Reca is op 1 bouwlaag toegelaten

  • Kantoren en diensten zijn toegelaten

  • Vrije tijdsvoorzieningen zijn toegelaten

  • Gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten

  • Hotels zijn toegelaten

  • Groothandel en bedrijvigheid zijn niet toegelaten

  • Industrie, logistiek en opslag zijn niet toegelaten

 

6.2 Inrichting

De algemene bouwvoorschriften (2.1) en de algemene stedenbouwkundige voorschriften (2.2)

gelden bij de inrichting van deze bestemmingszone.

 

 

  • Artikel 8: Zone voor publiek domein - (Pu)
    8.1 Bestemming

De volgende functies zijn toegelaten:

  • Openbare weg

  • publieke verblijfsruimte

  • ondergrondse buurtparkings

 

Permanente bebouwing is toegelaten in deze zone in hoeverre deze:

  • deel uitmaakt van de inrichting van het publiek domein en;

  • de beleving van de omliggende publieke ruimte versterken en;

  • het openbaar nut dienen.

 

8.2 Inrichting

De zone is bestemd voor de aanleg van het publieke domein en de daarbij horende infrastructuur zoals parkeervoorzieningen op maaiveldniveau, laad- en loszones, fietspaden, groenaanleg, straatmeubilair… De constructies dienen te voldoen aan de redelijke eisen van welstand, in harmonie met de aanleg van de zone.