13.2 Deelgebied Scheldekaaien

 

Het deelplangebied grenst aan de Schelde. De amplitude van de getijdegolf bedraagt ongeveer 5 meter.

Het plangebied vormt volgens de watertoetskaart geen risicozone voor overstromingen. De waterkering langs de Schelde zal ter hoogte van Nieuw Zuid bovendien verhoogd tot de vereiste Sigma-hoogte van 9,25 meter verhoogd worden. De bodem in het hele deelplangebied is verhard.

Vlakbij ligt de Antwerpse Ring in een diepe uitsnijding. Die wordt droog gehouden middels een permanente bemaling. Voor de Ring ter hoogte van het plangebied (inclusief Kennedytunnel) wordt het regen- en drainagewater van de bemaling via een gemengde buisleiding afgevoerd naar een laaggelegen punt met pompstation aan de Desguinlei vanwaar een persleiding het water naar een ondergrondse collector aan de Ledeganckkaai brengt, alwaar het bij laag getij de Schelde in stroomt. Dit bassin is voorzien van terugslagkleppen om te vermijden dat rivierwater bij hoogwater het stelsel in kan stromen.

De omgeving is gevoelig voor grondwaterstromingen.

Het deelplangebied betreft momenteel geen risicozone voor overstromingen. Gezien de waterkering langs de Schelde ter hoogte van Nieuw Zuid verhoogd zal worden in het kader van het Sigmaplan, worden er voor de toekomst ook geen problemen verwacht.

In de bestaande situatie is de zone kaai volledig verhard. In de nieuwe situatie wordt voor de kaaien ter hoogte van het plangebied RUP gedeeltelijk een stedelijk park voorgesteld waarin een aantal paden en paviljoenen voorkomen. De infiltratiekarakteristieken van de bodem van de kaaien wijzigen bijgevolg. Hemelwater wordt minder snel afgevoerd, en kan hier deels in de bodem dringen en vertraagd afgevoerd worden. Het Masterplan kaaien voorziet een licht verlaagde zone om een vochtiger gebied te creëren om onder meer het water van de Kaaiweg te bufferen. De run off van water dat op de kaaien terecht komt, wordt hierdoor vertraagd tov de huidige situatie, wat vanuit waterhuishoudkundig oogpunt gezien als positief beschouwd wordt. Er worden geen negatieve cumulatieve effecten verwacht van andere (deel)plannen in de omgeving.

Het plan wil voorzien dat ondergrondse parkings toegelaten zijn in de kaaizone. Op projectniveau of bij het detailontwerp dient dan eerst aangetoond te worden dat de nodige maatregelen getroffen worden zodat negatieve effecten op de grondwaterstroming vermeden worden.

Het deelplan kaai resulteert niet in betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline water.