14.2 Plan-MER

Het plan-MER bevat volgende conclusies.

In dit rapport wordt nagegaan wat de milieueffecten zijn van de realisatie van het Masterplan nieuw Zuid. Er worden maatregelen en wenselijkheden opgesomd die er voor moeten zorgen dat er bij de implementatie van het plan maximaal rekening gehouden wordt met de draagkracht van de omgeving. Bovendien wordt in het MER bekeken welke maatregelen nodig zijn om op deze locatie een nieuwe stadswijk te creëren met een gezond en aangenaam leefklimaat. In het rapport is duidelijk aangegeven op welk niveau de opgegeven maatregelen en aanbevelingen kunnen geïmplementeerd worden (bestemmingsplan, inrichtingsplan, vergunning, flankerende maatregelen).

Het is de bedoeling dat de toekomstige bestemmingsplannen voor het projectgebied Nieuw Zuid en de Konijnenwei voor hun plan-MER-plicht kunnen terugvallen op dit vrijwillig plan-MER. Andere ontwikkelingen in en in de rand van het Masterplangebied, zoals de ontwikkelingen binnen de kaaizone, de ontwikkeling van restgebieden en de toekomstige aanpassing van de spaghettiknoop kunnen niet terugvallen op dit plan-MER om desgevallend te voldoen aan de plan-MER-plicht. Deze worden in dit MER immers enkel bestudeerd in functie van de ontwikkelingen in het projectgebied Nieuw Zuid en op de Konijnenwei.

Hieronder worden de belangrijkste bevindingen van de beschouwde disciplines kort toegelicht. Binnen de disciplines mobiliteit, lucht en geluid werd de situatie met en zonder aanpassing van de spaghettiknoop beschouwd. Dit gaf soms kleine verschillen in beoordeling, maar resulteerde uiteindelijk niet in grote verschillen in de te nemen maatregelen.

De effecten van het masterplan op langzaam verkeer zijn duidelijk positief. Zowel bij het ontwerp van de wegenis als bij de opvatting van de parkeerstructuur werd de klemtoon op de trage weggebruikers gelegd. Rustige woonerven, veel doorsteekjes, een ligging nabij het centrum en goed toegankelijke fietsstallingen zorgen voor een aangenaam fiets- en wandelklimaat.
De impact van de auto in de wijk werd tot een minimum herleid door parkings zoveel mogelijk dicht bij de Kaaien aan te leggen, zonder een goede spreiding over de wijk uit het oog te verliezen. De omvang van de parkings wordt zo gekozen dat zij voldoende groot zijn om de parkeervraag op te vangen, maar niet zodanig groot dat zij bijkomend autogebruik aanmoedigen. Daar er vandaag nog geen concrete plannen zijn voor bus- of tramlijnen naar of langs de ontwikkeling, werd dit aspect in eerste instantie ‘beperkt negatief’ beoordeeld. Om het gebruik van het openbaar vervoer effectief aan te moedigen is een bus- of tramlijn op de Scheldekaaien ter hoogte van de site nodig. Dit werd dan ook aangegeven als belangrijke milderende maatregel. Aangezien er verschillende nieuwe projecten gerealiseerd worden in deze zone, neemt de verkeersintensiteit duidelijk toe ten opzichte van de bestaande situatie. De impact van de ontwikkeling van Nieuw Zuid op dit effect is echter uiterst beperkt en kan bovendien verder afgebouwd worden door een aantal beperkte maatregelen op kruispuntniveau en de focus op duurzame verplaatsingsalternatieven die opgenomen werd in het Masterplan. Het effect op het verkeersgeluid t.g.v. het plan Nieuw Zuid op de omgeving is verwaarloosbaar. Niettemin dienen om tot een aangenaam akoestisch leefklimaat te komen in de nieuwe stadswijk afhankelijk van de locatie mogelijks specifieke randvoorwaarden gesteld ovv buffering of isolatie van de woonfunctie. Het is belangrijk hierbij op te merken dat voor de impact van het verkeersgeluid in het MER werd uitgegaan van het verkeersgeluid dat in het projectgebied Nieuw Zuid aanwezig zal zijn, zonder rekening te houden met de configuratie van de toekomstige gebouwen. Aangenomen mag worden dat het verkeersgeluid op tal van plaatsen in het projectgebied Nieuw Zuid lager zal liggen en dus gunstiger zal zijn nadat het projectgebied is ingevuld. Een gunstige configuratie van de gebouwen, bijvoorbeeld kantoorgebouwen aan de rand van het projectgebied (zoals ook door het masterplan voorzien), zal ervoor zorgen dat de meer centraal gelegen gebouwen worden afgeschermd van het verkeersgeluid aan de rand van het projectgebied. Dit wil zeggen dat, na inrichting van het projectgebied, de akoestische leefkwaliteit voor de meer centraal gelegen zones en gebouwen in het projectgebied gunstiger zal uitvallen dan louter beschreven op basis van de geluidsmodellering in dit MER. Op niveau van het later inrichtingsplan of de concrete vergunning dient bekeken te worden of en welke concrete maatregelen nodig zijn. Op het vlak van luchtkwaliteit kan gesteld dat zowel in de huidige situatie als in de referentiesituatie niet aan de luchtkwaliteitsdoelstellingen voldaan wordt. Dit geldt evenwel voor nagenoeg de hele stad Antwerpen. Door de realisatie van het plan wordt nog een lichte stijging in polluentconcentratie vastgesteld t.o.v. de referentiesituatie 2020. De immissiebijdragen van het plan zijn voor alle onderzochte polluenten evenwel verwaarloosbaar. Voor wat betreft de klimaatimpact van het plan kan gesteld dat het plan geen probleem vormt in functie van het realiseren van de algemene doelstellingen vastgelegd in nationale en gemeentelijke klimaatplannen. De impact van het plan is verwaarloosbaar. Wat de waterhuishouding betreft worden geen knelpunten verwacht. Het Masterplan streeft maximaal infiltratie van hemelwater van verharde oppervlakken na, en hanteert hierbij een veiligheidsniveau van 20 jaar. Vanuit het aspect klimaat wordt dit positief geëvalueerd.

De effecten van ruimtebeslag op fauna en flora worden eerder beperkt geacht. Er worden wel een aantal aanbevelingen meegegeven om de functie van het plangebied als stapsteen in een ruimer geheel te vrijwaren en te optimaliseren. Het gaat hier zowel om maatregelen die binnen het plangebied kunnen worden genomen, als om suggesties die kunnen worden meegenomen bij de toekomstige aanpassing van de spaghettiknoop en bijhorende wegeninfrastructuur. Wat in het plangebied Nieuw Zuid de bewaringstoestand is van de ondergronds erfgoed is nog niet concreet bepaald. Om dit te achterhalen worden proefboringen uitgevoerd. Deze proefboringen zullen de aard van de verdere noodzakelijk onderzoeksdaden aangeven. Dit moet er voor zorgen dat negatieve effecten door aantasting van archeologisch erfgoed op gepaste wijze gemilderd wordt.

Het Masterplan resulteert niet in een significante aantasting van relicten, erfgoedwaarden of landschappelijke kenmerken met landschappelijke waarde. Algemeen kan gesteld dat de landschapsvisuele impact van het plan eerder positief zal zijn.

De komst van de nieuwe stadswijk en de parkfuncties in de rand van de konijnenwei zorgen voor een meerwaarde in de omliggende wijken, daar hier functies voorzien worden waar in de aanliggende woonwijken een tekort aan is. Het verleggen dan de singel naar de zuidelijke rand van het plangebied kan die meerwaarde nog vergroten.

Het masterplan zal er voor zorgen dat er in de nieuwe stadswijk een aangenaam leefklimaat zal heersen (prioriteit aan traag verkeer, duurzame wijk op het vlak van energie, groene omgeven, diverse woonvormen, aandacht voor beschaduwen). Het MER geeft aanvullend aan dat voor elk hoogbouwvolume windeffecten moeten worden onderzocht.

Het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) laat weten dat het plangebied zich onder de hindernisbeperkende vlakken van de luchthaven van Deurne bevindt en dat voor elke constructie verplicht een luchtvaartadvies gevraagd moet worden.

Het Masterplan conflicteert niet met de in de omgeving geplande ontwikkelingen. Met een aantal van de ontwikkelingen kan zelfs een onderlinge meerwaarde bekomen worden (opwaardering station Antwerpen Zuid, nieuwe Scheldebrug).

De impact van de realisatie van Nieuw Zuid op de gezondheid van de omwonenden en kwetsbare groepen is verwaarloosbaar. Flankerende maatregelen om de achtergrondconcentraties van hoofzakelijk NO2 te doen dalen, blijven wel wenselijk. Dit staat evenwel los van het plan. Met het oog op gezondheid is het belangrijk dat kwetsbare functie in het projectgebied Nieuw Zuid (scholen, kinderdagverblijven) doordacht ingeplant worden, mb. zo ver mogelijk van drukkere randwegen. Hierbij kan vermeld worden dat dit in het Masterplan Nieuw Zuid reeds zo is voorzien.

In het nulalternatief komt het plan Nieuw Zuid er niet, maar zullen andere autonome en geplande ontwikkelingen wel plaats vinden. Zo kunnen binnen het plangebied ontwikkelingen plaatsgrijpen cf. de geldende bestemmingen. In het nulalternatief zijn de bestemmingen in het plangebied niet essentieel verschillend en kan er in het projectgebied Nieuw Zuid, dat momenteel als woongebied bestemd is, ook een nieuwe stadswijk komen. Voorliggend plan wil evenwel de garanties bieden dat deze invulling op duurzame wijze gebeurt. Daarom biedt het plan voor de meeste disciplines garanties voor een betere invulling dan het geval zou zijn in het nulalternatief.