171 Woning

Externe wetgeving : “Decreet houdende de Vlaamse wooncode”, art. 2 31°

[elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande]

171.1 Meergezinsgebouw *

Of appartementsgebouw.

Gebouw waarin minimum twee woningen zijn ondergebracht.

zie 171 Woning

171.2 Bijgebouw

Op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

zie 171 Woning

171.3 Eengezinsgebouw *

Of huis. Of eengezinswoning

Gebouw bestaande uit één zelfstandige woning, al dan niet met een andere functie verenigbaar met het wonen, waarbij de woning samenvalt met het volledige gebouw.

zie 171 Woning

171.4 Gemengd gebouw *

Gebouw waarin meerdere hoofdfuncties ondergebracht zijn.

zie 171 Woning

171.5 Gestapelde woning

Woning in een meergezinsgebouw of gemengd gebouw met private toegang tot het maaiveld.

zie 171 Woning

171.6 Groep van assistentiewoning

Externe wetgeving : Het woonzorgdecreet van 13/03/2009, art. 33

[Een groep van assistentiewoningen is een voorziening die bestaat uit een of meerdere gebouwen die functioneel een geheel vormen en waar, onder welke benaming ook, aan gebruikers van 65 jaar of ouder die er zelfstandig verblijven in individuele aangepaste wooneenheden, huisvesting wordt gegeven en ouderenzorg waarop zij facultatief een beroep kunnen doen.]

zie 171 Woning

171.7 Hospitawoning *

In een eengezinswoning tijdelijk maximaal twee (kinder)kamers verhuren aan studenten, op voorwaarde dat er geen constructiewerken uitgevoerd werden. Verder dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden :

  1. De studenten nemen deel aan het gezinsleven en delen minstens de keuken of de badkamer met de eigenaar-bewoner. Het feit dat er hierdoor een beperkte privacy is voor de eigenaar-bewoner is eigen aan dit statuut.

  2. de eigenaar (of ouder/zoon/dochter 1e graad) woont zelf in het pand en is er officieel ingeschreven;

  3. er mag geen aparte fysieke hoofdingang zijn voor de kamers;

  4. de kamers dienen te voldoen aan de normen van de Vlaamse Wooncode en de brandreglementering conform de Code van de politiereglementen.

  5. Het pand blijft een eengezinswoning; de (slaap)kamers die door de studenten gebruikt worden, worden niet als een vermeerdering van woongelegenheden aanzien.

zie 171 Woning

171.8 Kamer

Externe wetgeving : Decreet houdende de Vlaamse Wooncode art. 2, §1, 10°bis

een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

zie 171 Woning

171.9 Niet-zelfstandige woning

Woning waarin één of meerdere voorzieningen ontbreken: wc, bad/douche, kookgelegenheid. De bewoners zijn voor deze voorzieningen afhankelijk van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

zie 171 Woning

171.10 Ruime kamerprojecten *

Nieuwbouw- of herbouwprojecten waarbij minstens acht kamers worden gebouwd, verbouwprojecten of functiewijzigingen waarbij het aantal kamers vermeerderd tot minstens acht.

zie 171 Woning

171.11 Studentenkamer

Kamer exclusief bestemd voor studenten.

zie 171 Woning

171.12 Te beschermen eengezinswoning *

Een eengezinswoning waarvan de totale vloeroppervlakte maximum 350 m² BVO bedraagt op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening, inbegrepen eventuele complementaire functies. De complementaire functies zijn de functies die volgens artikel 2, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen vrijgesteld zijn van vergunning.
In het geval dat in de laatst vergunde of vergund geachte toestand een functie anders dan wonen, autonoom kon functioneren door de aanwezigheid van een aparte toegang, apart sanitair,… en door het gebrek aan andere fysieke doorgangen met de woonfunctie, wordt deze beschouwd als een aparte hoofdfunctie. De woning wordt niet beschouwd als een te beschermen eengezinswoning.

zie 171 Woning

171.13 Zelfstandige woning

Externe wetgeving : ” Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen, dd 12 juli 2013, art. 1, 24°
[Woning die beschikt over wc en bad/douche en kookgelegenheden.]

zie 171 Woning

171.14 Zorgwoning

Externe wetgeving : Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Art. 4.1.1, 18°

[ een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden :
a) in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd,
b) de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid,
c) de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning,
d) de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van :

hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is;

hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die hulpbehoevend is. Een hulpbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood of een basisondersteuningsbudget als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, 2° en 3°, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, of een persoon die een behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven. De kinderen ten laste van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van twee personen;

hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1 of 2, gehuisvest blijven in de hoofdwooneenheid.

e) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.]

zie 171 Woning