171.7 Hospitawoning *

In een eengezinswoning tijdelijk maximaal twee (kinder)kamers verhuren aan studenten, op voorwaarde dat er geen constructiewerken uitgevoerd werden. Verder dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden :

  1. De studenten nemen deel aan het gezinsleven en delen minstens de keuken of de badkamer met de eigenaar-bewoner. Het feit dat er hierdoor een beperkte privacy is voor de eigenaar-bewoner is eigen aan dit statuut.

  2. de eigenaar (of ouder/zoon/dochter 1e graad) woont zelf in het pand en is er officieel ingeschreven;

  3. er mag geen aparte fysieke hoofdingang zijn voor de kamers;

  4. de kamers dienen te voldoen aan de normen van de Vlaamse Wooncode en de brandreglementering conform de Code van de politiereglementen.

  5. Het pand blijft een eengezinswoning; de (slaap)kamers die door de studenten gebruikt worden, worden niet als een vermeerdering van woongelegenheden aanzien.

zie 171 Woning