4 GEVOLGEN EN ACTIES TER REALISATIE

Om de uitwerking van dit RUP te realiseren worden geen initiatieven door het stadsbestuur genomen. De realisatie van het RUP zal voornamelijk een private aangelegenheid zijn.

4.1 Gevolgen voor de feitelijke en of juridische toestand

Na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, worden de voorschriften van het gewestplan, die binnen de begrenzing van dit ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Volgend voorschrift van het gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB 03/10/1979) wordt door de opmaak van dit RUP effectief opgeheven:

  • artikel 5.1 woongebieden

Na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, worden de voorschriften van het BPA Hagelkruis en omgeving nr1/3a (M.B. 12.05.1993), die binnen de grenzen van dit ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

  • BPA Hagelkruis en omgeving nr1/3a (M.B. 12.05.1993)
    Zoals de vormvereisten van artikel 2.2.2 § 1 de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vereisen zijn de op te heffen artikels en voorschriften opgenomen. Bijlage
    5 omvat deze lijst.

4.2 Ruimteboekhouding

De inwerkingtreding van dit RUP heeft geen effect op de ruimteboekhouding ter uitvoering van het RSV.

4.3 Register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade kan verschuldigd zijn

Overeenkomstig artikel 2.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient een ruimtelijk uitvoeringsplan een register te bevatten van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een kapitaalschadecompensatie of gebruikersschadecompensatie.

De planbatenheffing is een belasting op de meerwaarde die een grond krijgt door een bestemmingswijziging. Dat is het geval bij bestemmingswijzigingen waarbij onbebouwbare gronden herbestemd worden tot woonzone, zone voor bedrijvigheid of recreatiezone.

Voor dit ruimtelijk uitvoeringsplan betekent dit dat in de bestemmingszones Zone voor Wonen (Wo3) en Zone voor Wonen (Wo4) planbaten kunnen verschuldigd zijn doordat een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd voor percelen die voorheen niet bebouwd konden worden.